Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Hectisch

Column

Het is vrijdag en het is enorm druk.

We liepen behoorlijk achter op schema toen de telefoon weer ging. Een hond kon niet meer staan; of ze meteen mochten komen? Daarvoor maken we altijd plaats. Op hetzelfde moment belde ook een eigenaar met de vraag of wij bloed afnamen om het juiste dek-tijdstip te bepalen bij een teefje. De assistente kwam mijn kamer ingelopen om de vraag aan mij te stellen; ik gebaarde dat ze mij de telefoon maar moest geven. Ik luisterde naar de hulpvraag: iemand wilde graag weten of zijn hond er al klaar voor was om gedekt te worden. Dat doen we door middel van bloedonderzoek bij de teef. Na een lang verhaal kwam het er op neer of we die middag nog een bepaling konden doen. Nou had ik net vorige week bij een andere hond bloed afgenomen en dat konden we bij het Spaarne Ziekenhuis laten onderzoeken op progesteron. Deze prachtige interactie tussen humaan en veterinair stelden we hier ook voor. Op zich was de eigenaar heel blij, maar hij kon pas vanaf half vijf. Met die wetenschap belden we het Spaarne Ziekenhuis op en werden we doorverbonden met het laboratorium. Daar wist de telefoniste niet hoe ze ons kon helpen ('Bij een teefje?'), dus vroeg ik naar het hoofd van het lab. Zij kon zich de vorige keer wel herinneren en regelde voor ons dat de bepaling die middag nog gedaan kon worden onder voorwaarde dat het bloed er voor 16.00 uur zou zijn. We schreven vast een aanvraagformulier en lieten de eigenaar weten dat hij zo vroeg mogelijk bij ons moest zijn. Dat zou niet gaan lukken, was het antwoord. De assistente belde het ziekenhuis weer, waar ze bereid waren om iemand langer te laten blijven! Fantastisch, wat je met een beetje vriendelijkheid al niet kan bereiken! Ondertussen was de doodzieke Rottweiler binnen getild. De wachtkamer zat nu helemaal tjokvol. Sanne ging de ernstig zieke hond onderzoeken en ik probeerde de wachtkamer leger te krijgen. Een hamster met een doorgroeiende tand, een geopereerde 19-jarige kat moest worden afgegeven, een 14-jarig hondje dat veel dronk moest worden nagekeken en een hond met last van zijn oor. De hele tijd keek ik naar de klok. Het was al 16.00 uur. In het oor zag ik een sprietje zitten, dacht ik. Ik kreeg het niet te pakken, dus gingen we haar verdoven. Ondertussen sleep ik de hamstertand en gaf de 'bejaarde' kat af aan de opgeluchte eigenaren. Toen de hond sliep kon ik na wat manipuleren toch een grote gras-aar uit het oor halen: in februari! Die moest er al een paar maanden ingezeten hebben. Sanne had de shock-hond aan het infuus gelegd. Toen ik om 16.40 uur met de veel-drinkende hond bezig was kwam de assistente binnen om door te geven dat de eigenaar van de loopse hond zich had bedacht en toch niet langs kwam. Wat correct dat hij ons daar nog over belde. 's Avonds lag ik kapot op de bank in de hoop dat de spoeddienst rustig zou zijn.

Uit de krant