Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Prooi

Column

Er stond een druk operatieprogramma in de agenda. Als alles mee zou zitten dan waren we waarschijnlijk net voor de middagpauze klaar. De eerste OK-patiënt had ik al eerder laten komen zodat we 'voor' op het schema zouden liggen. In de auto naar de praktijk werd ik echter al gebeld dat er een spoedgeval in de wachtkamer zat.

Een moeder en een dochter zaten er overmand door emoties op een arts te wachten. Ik gaf nog was gas bij en scheurde naar de kliniek. Daar aangekomen rende ik naar binnen. De moeder en dochter waren al naar de spreekkamer gegaan. De dochter zat met een zielige cavia op schoot. De tranen biggelden over haar wangen. Hortend en stotend vertelde ze wat er gebeurd was. Ze had een ren met vijf cavia's in de tuin staan. Er was ook een mooi en warm binnenhok. De diertjes werden op en top verzorgd. Meerdere keren per dag verzorgde zij de diertjes. En gisteren kwam ze de tuin in terwijl ze net zag dat een grote kater van enkele huizen verderop met haar lievelingscavia in zijn bek door die tuin rende. Een nachtmerriescenario. Het kleine diertje schreeuwde het uit. Het gegil ging door merg en been. Zij begon te schreeuwen en achter de kat aan te rennen. Die kat dacht vervolgens: 'wat gebeurt er nu?' en zette het ook op een rennen. Pas na een achtervolging van 200 meter liet de grote kater het arme caviaatje los. Het huilende meisje dook op haar kleine diertje en sloot het in de armen. Totaal in shock liep ze naar huis. Er kwam bloed uit de wondjes bij de kop.

Het caviaatje hijgde en was slap. Het meisje dacht dat haar troeteldier in haar armen zou sterven. Samen met haar moeder verzorgde ze haar cavia: wondjes schoongemaakt, jodium erop, warme kruik ertegenaan, wat vocht in de bek ingeven en wonder boven wonder kwam de cavia er weer een beetje bovenop. Dat was gisteren. Maar vandaag lag ie suf in zijn hokje, bewoog nog amper en wilde niet eten. Wederom hielden ze rekening met het ergste. Ik had mijn jas inmiddels uitgedaan en was begonnen om het knaagdiertje te temperaturen. Het had hoge koorts. De kattenbeet had zijn effect gehad: een gegeneraliseerde infectie. De nek was keihard en bloedheet. Op zich betekende dat nog niet dat het een hopeloze zaak zou worden. Bij het nakijken van de rest van de cavia kwam ik geen afwijkingen tegen. Nou moesten we dus sowieso gaan opstarten met ontstekingsremmers, koortsverlagers en antibiotica. Het wondje moest thuis wederom verzorgd worden. En ze moesten thuis gaan dwangvoeren.

Drie kwartier later dan de bedoeling begonnen we aan het operatieprogramma en slechts een half uur later dan de bedoeling waren we klaar! Voor spoedgevallen mag alles wijken. Nou gaan we duimen dat de cavia het gaat redden.

Uit de krant