Jos Draijer.
Jos Draijer. Foto: Caroline Spaans

Vrijheid van onderwijs: taboe of werkelijkheid?

Column

Onze Grondwet is de wet waarin de grondrechten en vrijheden van alle burgers zijn geborgd. Fantastisch, je zou wensen dat alle landen in de wereld zo een Grondwet hebben. Maar met enige regelmaat doen zich toch conflicten voor in de samenleving waarbij zelfs met de Grondwet in de hand niet uit te komen is. Met artikel 23 van de Grondwet wordt in de ene hand gebruikgemaakt van de vrijheid van onderwijs op basis van een (vermeende) extreme levensovertuiging of godsdienstbeleving waarvan men vindt dat die haaks staan op de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat. Tegelijk, met Artikel 1 van de Grondwet over gelijke behandeling en discriminatie in de andere hand, valt daar weinig aan te doen. Zo zit de ene vrijheid de andere vrijheid in de weg. Staat het ene grondrecht haaks op een ander grondrecht.

Grondrechten kunnen dus botsen. Dat werkt verlammend. Bestuurlijke besluiten worden niet genomen, meningen polariseren, conflicten komen dichterbij met als gevolg meer verdeeldheid in plaats van integratie in onze samenleving. Onlangs hebben we daar weer een voorbeeld van gezien in Amsterdam.

"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan".

Sinds 1983 is dat de letterlijke tekst van artikel 1 van onze Grondwet over gelijke behandeling en het discriminatieverbod. Daarvoor, in de periode tussen 1798 (vlak na de Franse revolutie) en 1983 is de Grondwet wel 15 keer gewijzigd.

De Grondwet van Thorbecke (1848) stelt in Artikel 3: "Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden, hetzij ingezetenen of vreemdelingen, hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen". Geen woord over discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Dat is veel later pas opgenomen. Heel langzaam beweegt de Grondwet mee met ontwikkelingen rond kernwaarden in de samenleving.

Artikel 23 van de Grondwet gaat over de verantwoordelijkheid van de regering voor het onderwijs. Ook de vrijheid van onderwijs is in dit artikel gewaarborgd, evenals de eerbiediging van godsdienst en levensovertuiging en de garanties voor de gelijke bekostiging. Daar ging meer dan 100 jaar geleden een lange en ideologisch beladen schoolstrijd tussen bijzonder en openbaar onderwijs aan vooraf. Tot dat de Grondwetswijziging van 1917 deze schoolstrijd besliste: openbaar en bijzonder onderwijs werden gelijkgesteld: "Het onderwijs (dus niet alleen openbaar onderwijs) is een voorwerp van aanhoudende zorg voor de regering. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid op onderwijsvormen, bekwaamheid en zedelijkheid van onderwijsgevenden".

Deze aanpassingen van de Grondwet vonden steeds plaats in christelijke maatschappelijke context. De kernwaarden van onze democratische rechtsstaat stonden daarbij niet ter discussie. Nu, met de komst van vele niet-christelijke, niet- westerse immigranten, laait zo nu en dan de discussie weer op of de vrijheid van onderwijs niet misbruikt wordt voor de verspreiding van extremistische levensovertuigingen die haaks staan op de kernwaarden van onze democratische rechtsstaat. Tot nu toe een ongemakkelijke discussie, een taboe eigenlijk.

Daarom, tijd voor een maatschappelijk en politiek debat over de vrijheid van onderwijs?

Uit de krant