Sportcomplex De Waterkanten scoort goed op bezettingsgraad

Er moet jaarlijks een paar ton geld uit de gemeentekas komen om de exploitatie rond te maken, maar een feit is wel dat sportcomplex De Waterkanten erg goed draait. Vorige week dinsdag was het college van B en W op werkbezoek in het complex waar ze door het managementteam van Sportfondsen over het reilen en zeilen van de accommodatie werd bijgepraat.

Door Arie in 't Veld

Sportfondsen Lisse exploiteert en beheert in opdracht van de gemeente een aantal sportaccommodaties, waaronder sportcentrum De Waterkanten. Wethouder Jeanet van der Laan is blij met de aanstelling van een buurtsportcoach. "Daarvan komen er in Lisse meer, met als doel de mensen meer in beweging te krijgen.”
Robin Gerritsen meldt vanuit het management dat Sportfondsen de opdracht kreeg om bij te dragen aan de mobiliteit en Lisse daartoe een perfecte accommodatie heeft. Even wat cijfers: de Waterkanten krijgt jaarlijks 135.000 bezoekers voor het zwembad en de sporthal en beide gymzalen hebben een zeer goede bezetting. De gymzalen worden gebruikt door leerlingen van het basisonderwijs en het Fioretti College. "Van de 135.000 zwembadbezoekers komt zo’n 60 procent uit Lisse en de rest uit de regio. Lisse doet het dus goed en wordt dan landelijk vaak als voorbeeld genoemd,” aldus Gerritsen. Hij zegt dat in aanvang Lisse met een kleiner bad wellicht ook uit kon komen, maar dat het uiteindelijk iets prachtigs heeft gerealiseerd. Een investering die rendement oplevert die andere gelijksoortige accommodaties inderdaad tot voorbeeld kan dienen.

Tarieven
Wethouder Jeanet van der Laan zegt dat de gemeente het nodige geld bijdraagt, maar zeker ook de gebruikers. Verenigingen betalen een maatschappelijk tarief en anders de commerciële tarieven. “Verhogen van de tarieven is gebaseerd op de jaarlijkse indexatie en een raadsbesluit uit het verleden om de tarieven kostprijsdekkend te maken. Hoger moet je niet doen, want dan moet in veel gevallen de contributie van de leden worden verhoogd, met de kans dat mensen afhaken en er minder frequent gebruik van de accommodatie wordt gemaakt. Dat willen we niet; we willen met name jongere kinderen de gelegenheid bieden te sporten. Als de gemeente vindt dat verhogingen (te) fors zijn, gaan we met Sportfondsen in overleg, want het gaat uiteindelijk wel over een flink bedrag aan gemeenschapsgeld.”