Afbeelding

Jeugdhulp faalt, jeugd toch gelukkig?

Column Notenkraker

Wat er in de gemeenten Hillegom of Lisse op bestuurlijk terrein allemaal mogelijk is, wordt mede bepaald door hun bestuurlijke omgeving waarin zij moeten werken. Het samenwerkingsverband HLTsamen, De Duin- en Bollenstreek, de Regio Holland Rijnland (13 gemeenten) die samenwerking stimuleert en faciliteert. En dan natuurlijk de provincie Zuid-Holland en de rijksoverheid. De meerwaarde van deze bestuurlijke drukte is soms overduidelijk, soms overbodig.

Maar het is een realiteit dat de afgelopen jaren de rijksoverheid op verschillende terreinen de regie uit handen geeft en bij gemeenten neerlegt, inclusief de daarbij horende financiële middelen, al dan niet eerst afgeroomd. Decentralisatie van rijkstaken heet dat. Dat lukt doorgaans met vallen en opstaan. De ene keer wordt het een succes, de andere keer een mislukking en wat daar tussen zit. Een voorbeeld van een decentralisatie die de gemeenten hard heeft geraakt is de decentralisatie in het sociaal domein waarbij de gemeenten verantwoordelijk werden voor de uitvoering drie wetten: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet, Participatiewet.
Verpakt in toverwoorden zoals ‘dicht bij de burger’, ‘maatwerk’ en ‘zelfredzaamheid’ gingen gemeenten akkoord deze taken op zich te nemen. Om vervolgens te ontdekken welke praktische problemen opdoemen en dat het gewoon ook om een bezuinigingsoperatie op de rijksbegroting gaat. Na vijf jaar is nu de tussenbalans opgemaakt over hoe het zover heeft kunnen komen dat spreken van mislukking geen taboe meer is.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft vorige week het rapport “Sociaal domein op koers?” gepresenteerd. Het gaat over hoe de (gedecentraliseerde) uitvoering van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet sinds 2015 is uitgepakt. Dat rapport is duidelijk: het is er niet beter op geworden. Dat kan ook haast niet anders wanneer ambtenaren moeten adviseren en verwijzen naar complexe zorg en bij lichte zorg er te veel vertrouwd wordt op de ‘zelfredzaamheid’ van kwetsbare mensen en het sociale vangnet van de omgeving. En dat met een schrijnend tekort aan budget vanwege de doorgevoerde bezuiniging.
Hierdoor moet er nu, na vijf jaar, ‘gereflecteerd en bijgestuurd’ worden, aldus het rapport. Het hele stelsel weer volledig op de schop nemen, wordt afgeraden. Dat zou de onvrede nog groter maken. Ondertussen hangt deze grotendeels mislukte decentralisatie ook nog eens als een financiële molensteen om de nek van gemeenten. Alsmaar bijplussen uit eigen begroting om het lek boven water te houden. Hoe lang houden ze dat nog vol? Er zijn immers ook nog andere prioriteiten. Bovendien, de financiële vooruitzichten van veel gemeenten zorgen sowieso al voor veel hoofdbrekens.
De eerste claim voor de verkiezingsprogramma’s en de formatiebesprekingen voor een nieuw kabinet lijkt door gemeenten al op tafel gelegd. Er moet veel geld van het rijk bij om de taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Zo niet, dan komt er niets van deze decentrale invoering de drie wetten terecht. Dat ziet er somber uit. Of niet?
“Nederlandse kinderen tot 18 jaar zijn de gelukkigste kinderen ter wereld. Ze zijn het meest tevreden met hun leven”. Dat concludeert Unicef op 4 september 2020 na een wereldwijd onderzoek in de 41 meest welvarende landen, lees ik net.
Jeugdhulp faalt, jeugd toch gelukkig. Kan dat?

Notenkraker is een column van Jos Draijer en verschijnt om de week in deze krant. Reageren? Mail naar: redactie@dehillegommer.nl.

Uit de krant