Strooigoed, de naam zegt het al, is om te strooien. Daar denkt Helen nog vaak aan terug.
Strooigoed, de naam zegt het al, is om te strooien. Daar denkt Helen nog vaak aan terug. Foto: pixabay

Piet Pepernoot

Column

“Vroeger aten we ze gewoon van de grond!”, zei ik lachend tegen mijn zoon die met verstoorde blik opkeek. Vanuit de keuken had ik hem met pepernoten bekogeld.

“Nee joh”, klonk het, hij was in chillmodus met zijn telefoon bezig. “Nou, die ga ik niet meer opeten hoor!” Zoon keek met afkeurende blik op het strooigoed aan zijn voeten.
Ik deed er nog een schepje bovenop: “Véchten deden we er zowat om.” Ik was weer even zes. Dit jaar was ik dan wel stilletjes mijn zesde decennium ingeslopen, maar nu blies ik met gemak het ‘0’-kaarsje uit. “Zodra we zagen dat Piet een greep in de zak deed, stonden we al in de startblokken. Als die hand omhoogging, rende je met een beetje geluk de goede richting uit en dook jij als eerste boven op al dat lekkers.”
Mijn verhaal werd steeds ongeloofwaardiger voor mijn zoon, maar toch was het in mijn kindertijd bij elke intocht van het hoge bezoek zo. Snoep was behalve lekker een luxe. Al regende het pijpenstelen en liepen er drommen mensen, je raapte het van de straat en stopte het vol genoegen in je mond!
Dat zou met de jaren natuurlijk een keer veranderen en omwille van hygiëne vlogen de pepernoten ineens verpakt in plastic zakjes door de lucht. Zie die maar met koude vingertjes open te krijgen. Lukte dat niet, dan bewaarde je de buit voor thuis. Lukte dat wel, dan vielen de pepernoten bij het openscheuren alsnog op de grond en moest je ze daar laten liggen. Het was gekunsteld en gestuntel, en weinig milieuvriendelijk. Piet stopt inmiddels elk kind eigenhandig en met fluwelen handschoen een handje pepernoten en snoepgoed toe. Veilig zat!
Tijden veranderen, maar gelukkig blijft het een kinderfeest. En al gaat Sint inmiddels stilletjes mijn huisje voorbij: als ik een Pietje op straat tegenkom, loop ik als vanzelf met uitgestoken hand en een smekende ‘Piet Pepernoot!’ op hem af. Dat zal er vast een beetje raar uitzien en soms bespeur ik zelfs verbazing in de ogen van Sint en Piet. Noem het een oergevoel, een reflex. Ik word er vrolijk van én: mijn kinderhand wordt áltijd gevuld. Dit jaar ben ik nog geen Pietje tegengekomen. Wellicht door het vele binnenblijven.
“Mam, zullen we dit jaar dan online lootjes trekken?” klonk het ineens vanaf de bank. Hè ja, dacht ik, komt het toch nog goed! Dank u, Sinterklaasje!
Helen Workala schrijft zo nu en dan een column voor LisserNieuws. Deze column is ook als podcast te beluisteren op Helen’s website www.manukokoi.nl.

Uit de krant