Afbeelding
Foto: Corine Zijerveld

Avondklok

Column Poespas

Zaterdagavond ging ik royaal na tien uur ‘s avonds het laatste rondje lopen met onze Paco. Dan wandel ik in het pikkedonker in het natuurgebiedje achter ons huis. Op een gegeven moment zag ik in de verte, op het verlichte fietspad, een groepje jongeren staan. Voor de zekerheid haalde ik mijn telefoon er even bij om te kijken hoe laat het was. Op hetzelfde moment dacht ik: nou hebben ze helaas gezien dat ik een telefoon heb, als ze me nu maar niet van dat ding gaan beroven.

Ze droegen allemaal hoodies, waardoor hun gezichten niet te zien waren. Ze rookten allemaal. Er stonden twee scooters en een paar fietsen. Er stonden veel flessen Fanta en Cola op het bankje. Schijnbaar omzeilden ze de avondklok door hier samen te scholen. De maatschappij heeft zich dusdanig ontwikkeld dat ik er op dat tijdstip in het donker ten opzichte van vier of vijf jongeren geen opmerking over durfde te maken. Paco boezemt met zijn 12 kg niet zoveel ontzag in dat jongens zich erdoor geremd zouden voelen. Ik was opgelucht dat ik er heelhuids en onaangeroerd langs kon lopen. De volgende ochtend dacht ik er goed aan te doen om voor de zekerheid een vuilniszak mee te nemen bij het ochtendrondje. Mijn ergste vermoedens werden overtroffen: er lagen zeker acht halve liter blikjes bier in de omgeving van het bankje, meerdere flessen half leeggedronken Fanta en Cola, één lege fles Malibu en één lege fles Liquor 43 lagen in de bosjes, overal lagen ballonnen (gebruikt voor lachgas?) en ik trof ook lege frikandel- en frietbakjes met mayonaiserestanten en meerdere plastic zakken. Gelukkig paste alles in de vuilniszak. Het was een kleine moeite met een groot effect alles even op te ruimen. Het condoom liet ik veiligheidshalve wel liggen. Met de volle zak liep ik terug naar mijn auto. Paco liep gehoorzaam en nietsvermoedend naast me. Hij was zeer geïnteresseerd in de geuren die uit de vuilniszak kwamen. Omdat ik de rotzooi niet mee naar huis wilde nemen, besloot ik even naar de Boseilanden te rijden waar meerdere vuilnisbakken staan. Ik stopte vlakbij de tweede bak die ik zag. Toen ik uitstapte keek een andere vroege wandelaar naar me. Ik deed de klep open, pakte de vuilniszak en gooide hem in die openbare bak. “Hé aso, dat is niet de bedoeling,” riep die wandelaar. “Als iedereen dat gaat doen is die bak veel te snel vol.” Hij dacht dat ik mijn eigen huisvuil daar dumpte. Op zich niet eens onbegrijpelijk, maar wel zeer onjuist. Nou was ik ineens de boosdoener. Maar omdat hij er wat van zei kon ik hem van repliek dienen. “Komt u even kijken wat er in die zak zit.” Toen hij zag dat het opgeruimd zwerfafval was verontschuldigde hij zich. Thuis belde ik de politie. Het ergste was nog dat die jongens zwaar aangeschoten, high of ladderzat op hun scooters naar huis moeten zijn gereden. Ik kreeg de toezegging dat ze voortaan zouden gaan surveilleren.

Uit de krant