Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Zwakke plek

Column Poespas

Op spreekuur verscheen de eigenares met de hond Bambam, die een lelijke bult had bij de staart. De bobbel zat er al een hele tijd, maar Bambam had ook al jaren last van een vreselijke hartafwijking. Een operatie om de bult te verwijderen was dus steeds niet aan de orde geweest om de hond geen onnodig risico te laten lopen. 

Hij had meerdere lekkende hartkleppen, een onregelmatig ritme en een hartspierafwijking. En hij was 15 jaar. Om zo oud te kunnen worden, kreeg hij elke dag vier soorten harttabletten en in totaal per dag plusminus tien pillen. Eigenlijk was hij een medisch wonder. Vooral dankzij de zeer nauwgezette wijze waarop de eigenares de medicijnen toediende. En nou stonden we voor de keus: wel of niet opereren. De bult was zes bij vijf centimeter groot en was nu continu aan het bloeden. De eigenaren hadden er telkens een soort verband opgelegd en provisorisch vastgemaakt. Het was dweilen met de kraan open. “Als u het aandurft gaan we Bambam laten opereren, dokter”. Tsja, dat was nogal een vraag en/of opmerking. Een feit was dat zo doorgaan geen optie was. Het hele huis zat onder het bloed en Bambam verloor elke dag een behoorlijke hoeveelheid bloed. Dus tegen de achtergrond van wat er boven zijn hoofd hing als we niets zouden doen, durfde ik de operatie wel aan.
Huilend namen ze afscheid op de ochtend van de ingreep. Samen met de assistente verdoofden we Bambam met een extreem veilig middel. Het was gillend spannend, maar hij deed het goed. Het kwam feitelijk overeen met het onder narcose brengen van een mens van 95 jaar, terwijl dat een zware hartpatiënt is. Beademing en bewaking zorgden voor de lichtste en meest gecontroleerde vorm van anesthesie. Het verwijderen van die bult kostte niet zoveel tijd. Het hechten ging op topsnelheid, maar kostte toch wel gauw twintig minuten. Gelukkig was de hartslag op de monitor te volgen en redelijk stabiel te noemen. Het zweet stond op mijn rug, want de eigenares had vlak voor het afscheidsmoment gezegd: “Ik wil hem wel levend terug, dokter!” Dat legt toch een beetje extra druk. Na het zetten van de laatste hechting draaiden we de narcosegassen naar nul en mocht Bambam wakker worden. Met een brok in de keel kon ik het geruststellende telefoontje plegen om te zeggen dat alles goed was gegaan. Zo moet een verloskundige zich voelen als ze een loodzware bevalling tot een goed eind heeft gebracht. Of een piloot die een succesvolle noodlanding heeft gemaakt met een bomvol vliegtuig. ‘s Middags mocht Bambam gehaald worden en hij sprong zelfs in de armen van zijn baasje! Een dag later hoorden we dat hij zich beter voelde dan hij in maanden gedaan had! Dat zijn de momenten waarvoor we het allemaal doen.

Uit de krant