De schuilkerk met rechts de eenvoudige kerk en links het deftige pastoorshuis. | Foto: Oud Lisse
De schuilkerk met rechts de eenvoudige kerk en links het deftige pastoorshuis. | Foto: Oud Lisse Foto: Oud Lisse

De Schuilkerk aan de Achterweg

Column Sporen van Vroeger

Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther zijn 95 stellingen op de deur van de slotkapel van Wittenberg in Duitsland. Dit is het symbolisch begin van de Reformatie. Er heerste grote armoede en er was veel onvrede binnen de R.K. kerk. Het conflict tussen de R.K. kerk en de afgescheidenen ontaardde in 1566 in de Beeldenstorm.

De katholieken in Lisse kerkten in de Grote Kerk op ‘t Vierkant. Tijdens de Beeldenstorm werden de beelden van de heilige Agatha en van Maria vernield en verwijderd. De sieraden, zoals rozenkransen werden gestolen en later verkocht.
In 1579 werd bepaald, dat de Nederduitsche Gereformeerde Kerk in de Noordelijke Nederlanden voortaan de publieke kerk moest zijn. Er werd vastgelegd dat er persoonlijke vrijheid van godsdienst en godsdienstuitoefening zou zijn, maar de praktijk was anders. De protestanten namen de kerk in bezit, evenals de pastorie op ’t Vierkant.

Schuilkerk bij de Engel
Na een aantal jaren stabiliseerde de verhouding tussen de twee geloofsgemeenschappen zich. Omstreeks 1630 werd oogluikend toegestaan dat ten westen van de Achterweg, net ten noorden van de zandsloot Mallegat, bij de Engel werd gekerkt. Dit tegen een jaarlijkse betaling van zogenaamde recognitiegelden voor een officiële vergunning.
Het bouwjaar van de kerkschuur is onzeker, maar in 1631 krijgt Lisse een vaste priester, pastoor Johannes de Hoogh. Het jaar 1672 wordt in het kerkarchief als stichtingsjaar van de schuilkerk genoemd. Van deze kerk is geen afbeelding bekend, maar in 1710 wordt op dezelfde plaats een nieuwe kerk met een fraaie pastorie gebouwd. De nieuwe kerk werd bijna 10 m. breed en 20 m. diep.

Een begraafplaats bij de schuilkerk
De kerk werd gebruikt tot 1843 en toen gesloopt. Op de tekening is rechts de kerk en links het pastoorshuis te zien, met linksvoor een bijkeuken of iets dergelijks. De pastorie met 2 wimpels ziet er veel aanzienlijker uit dan het kerkgebouw. De tekenaar stond ten westen van de kerk, omdat aan de kant van Achterweg niets te zien mocht zijn wegens mogelijke aanstoot. Daar waren bosschages, een boomgaard en een schutting. Op het binnenplaatsje is een muur te zien met een soort tuinhuisje en daarnaast een poortje.
Begraven werd in en later bij de oude Grote Kerk op ’t Vierkant. In 1828 hebben de Lissese katholieken echter bij de schuilkerk een eigen begraafplaats gekregen.
Op het kerkhof van de Agathakerk ligt een heel oude grafzerk, zoals we in een vorige Sporen van Vroeger gezien hebben. Deze grafsteen ligt op de begraafplaats op het linkergedeelte helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan. De namen zijn nauwelijks te lezen en er zitten een paar grote scheuren in. De onderhoudsgroep van het kerkhof probeert de steen uit de 18e eeuw te laten restaureren. Omdat de 5 pastoors die op de oude grafzerk staan al vóór 1828 waren begraven, zullen deze in de Grote Kerk begraven zijn, waar de steen onder de vloer in 1938 tevoorschijn kwam. De latere pastoors van de schuilkerk stonden daar niet op.
Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”, info@oudlisse.nl

Uit de krant