Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Terrasweer?

Column

Het is vrijdagmiddag en het is de hele dag al erg druk geweest. De telefoon gaat en de assistente neemt netjes op. “Zeg, zijn jullie nog open?”, is de vraag. “Jazeker”, antwoordt de baliedame. “Nou, ik zit hier op een terras en ik bedenk me net dat het kattenvoer op is. Kunnen jullie dat even komen brengen?” Stomverbaasd kijkt Yvonne me aan. “Wat moet ik hier nou mee?” vraagt ze mij. 

Onze service gaat ver, maar dit is net over het randje. Hier hebben we het helaas ook iets te druk voor. Ik had net de eigenaren van een papegaai uitvoerig te woord gestaan. Ze waren met hun prachtvogel op consult geweest. Charlie was al 41 jaar en al die tijd in de familie. Hij was van zijn vader geweest en nadat die was overleden was de heer Fontein ervoor gaan zorgen. De papegaai herinnerde hem nog dagelijks aan zijn vader. Charlie zei namelijk steeds de woorden die zijn vader hem geleerd had: “lekker roken!” , “roepie,roepie” en “krakkrak”. Terwijl ik de anamnese afnam, hoorde ik steeds een mobiele telefoon afgaan. Er hangt bij ons een sticker dat we liever niet hebben dat tijdens de consulten steeds de telefoon gaat. Dat belemmert de concentratie. Ik vroeg mijnheer Fontein dan ook lichtjes geïrriteerd en triomfantelijk op de sticker wijzend om zijn telefoon uit te zetten. “Dat is mijn telefoon niet, dat is Charlie!” Verdomd als het niet waar was: de papegaai kon perfect het geluid van een Samsung beltoon imiteren! Het was hilarisch! Om hem in ons patiëntenbestand in te schrijven moest ik ook de chip aflezen. Met de chiplezer ging ik langs de vogel en ‘bliep’ zei het apparaat. En vervolgens hoorde ik elke paar seconden: ‘bliep’ , ‘bliep’ , ‘bliep’. Wat ze over papegaaien zeggen is echt waar: het zijn meesters in het imiteren! Charlie bleek echter wel erg ziek te zijn. Hij at slecht en was wankel. De tranen stonden meneer Fontein in de ogen. Hij moest er niet aan denken dat het mis zou gaan met zijn maatje. Bij onderzoek bleek dat zijn snavel te lang was en hij was nog veel magerder dan je zo op het eerste gezicht zou zeggen. We besloten uit ervaring om ook een röntgenfoto te maken. Daarop bleek dat zijn botten ernstig ontkalkt waren. Hij was de laatste maanden steeds selectiever gaan eten: hij gooide veel zaden uit zijn bakje en at eigenlijk alleen nog zonnepitten. Dat is niet goed. Ik hoopte dat we nog op tijd waren. Zijn snavel knipten en slepen we weer in vorm en zijn dieet pasten we aan. Daarnaast kreeg hij het advies meer met Charlie buiten te zitten. Hij had letterlijk zon- en buitenlicht nodig, vooral om vitamine D aan te maken. Het betere voer zorgde voor meer calcium; het zonlicht voor meer vitamine D. Dat zou zijn botten gaan aansterken. Meneer Fontein kreeg dus het advies om als de zon scheen vaker op het terras achter zijn huis te gaan zitten met Charlie, hij wel!

Uit de krant