Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

ConSternatie

Column Poespas

Vrijdagmiddag waren we na een zeer intensieve marathon zonder één pauze om kwart over vijf klaar met de patiëntenstroom. En toen ging de telefoon: een oververhitte eigenares belde dat ze haar hond gillend van de pijn en hinkend op drie poten in de slaapkamer had gevonden. Ze was terecht erg bang dat hij zijn poot ergens gebroken had. Dus was het verzoek of ze nog even langs mocht komen. 

Mede omdat we weten dat als we dat niet zouden doen, mevrouw veroordeeld was om naar de zeker drie keer zo dure spoedkliniek te moeten gaan, lieten we haar nog komen. Tien minuten later stond ze op de stoep. We verdoofden de hinkende Harry en begonnen het onderzoek. Eerst de teentjes, toen de pols, daarna de onderpoot, de elleboog, de bovenarm en het schoudergewricht. Nergens kon ik een mogelijke fractuur vinden. Het was dus duidelijk dat we een röntgenfotoserie moesten maken om een eventueel klein scheurtje of gewrichtsfractuurtje op te sporen. Vanwege de verdoving liet Harry dat allemaal soepel toe.
Ondertussen ging de telefoon weer en die bleef gaan. Uiteindelijk ging onze assistente naar de telefoon toen ik de foto’s ging ontwikkelen. Eén minuut voor de officiële sluitingstijd belde dus een eigenares die vroeg wat voor ontwormingsmiddel ze aan haar hamster moest geven. De assistente vroeg mij vanuit de wachtkamer wat daarvoor het advies was. Ik riep wat ik daarvoor zou meegeven en dat gaf ze door aan de telefoon. Hierop volgde een spervuur aan nieuwe vragen: hoe duur dat was, of het niet goedkoper kon en wat er zou gebeuren als ze dat allemaal niet zou doen?
Helaas had onze assistente niet de tijd ervoor om al die vragen te beantwoorden, dus ze zei dat we met een gigantisch spoedgeval bezig waren en dat ze het vooralsnog bij het eerste advies zou laten. De vervolgvraag was: “Bent u alleen of zo, als u zo gehaast bent?” Het begon onaangenaam te worden. Heel beleefd kapte de assistente het gesprek af (”Ik moet nu écht de dierenarts helpen bij het spoedje!”) om mij weer te kunnen assisteren met de zorgwekkende Harry. Hevig mopperend werd het telefoongesprek aan de andere kant van de lijn beëindigd. Ik vreesde voor een 1-ster-recensie, omdat mensen tegenwoordig snel geneigd zijn hun ongenoegen ook op sociale media te uiten.
Op al de gemaakte foto’s waren nergens aanwijzingen voor fracturen of fissuren (scheuren). Het meest waarschijnlijke was dat Harry een groeischijfkneuzing had opgelopen en dat we hem moesten gaan monitoren. Soms leidt dat tot een afwijkende groeistand van de betreffende poot. Met intraveneuze pijnstilling en een antagonerende verdovingsspuit was Harry weer snel wakker en kon al iets minder hinkend de praktijk verlaten. Die avond kregen we een 5-sterrenrecensie van de eigenares van Harry. Ze was zo blij dat ze geholpen was, dat ze besloten had ons als kliniek maximaal te ‘belonen’.

Uit de krant