Afbeelding
Foto: Ruth Eppink

Column Paul Bersee: ’t Vierkant voor dummies

Column

Graag eerst even uw aandacht voor het volgende: ‘Energieke columnist van 64 jaar zoekt contact met een kittige, doch gezellige vrouw, om samen een column te schrijven die op het puntje van mijn tong ligt, maar niet van de grond komt. Alleen is maar alleen. Ja, toch? Ik snak naar een warme en inspirerende samenwerking. Niet geschoten is in ieder geval mis. Ik weeg 81 kilo en was ooit 1.80 meter lang. Vanwege een natuurlijk proces ben ik twee centimeter gekrompen. Ik sta open voor vrouwen die langer zijn. Schoenmaat 44 is voor mij geen probleem. Zelf heb ik maat 41. Een klein voetje volgens mijn pedicure, maar wat weet zij daarvan. Enfin, ik zie uit naar serieuze, hartverwarmende reacties. Stuur uw brief onder nummer 2022 naar de uitgeverij van deze krant.’

De column die ik graag met een vrouwelijke partner wil schrijven gaat over kwatten. In de volksmond heet dat tuffen. Ik zag het zo vaak in Utrecht en andere steden. Helaas zie ik het ook op ’t Vierkant in Lisse. Meestal zijn het mannen, jong en oud. Daarom zoek ik voor het schrijven van die column een kittige, maar gezellige vrouw, een medestander die begrijpt wat ik bedoel en mij kan helpen bij het vinden van de juiste woorden. Woorden van afschuw. Trefzekere woorden, venijnig en vleiend tegelijk, met als doel de spuwers te motiveren hun speeksel voortaan binnenboord te houden.
Want het is geen pretje om wandelaars te zien die nietsvermoedend hun schoenzolen op een rochel plaatsen. Dummies! Kijk toch uit waar jullie lopen! Je neemt die zooi van een ander wel mooi mee in je huis: enzymen, eiwitten en slijm. Coronavirus! Misschien wel tot in de slaapkamer. Ik moet er niet aan denken. U vast ook niet.
De grootste dummies zijn natuurlijk de kwatters, de spuwers. Opvallend is dat vooral veldvoetballers van het mannelijk geslacht daar ook wel raad mee weten. Bij elke close-up van een voetballer op televisie is het wel raak. En het spuwen op de velden gaat maar door. De tuffers wassen regelmatig hun handen, ze hoesten braaf in de elleboog en ventileren zorgvuldig hun huis. Maar het kwatten gaat gewoon door.
Voetballers in de zaal houden zich in; de vrouwen, maar ook de mannen. Ook bij tennissers zie je dat spuuggedrag maar zelden en zeker niet in een hal. Het is ook totaal niet nodig. Het is wel ontzettend goor! Daar moet ik een column over schrijven, hoe walgelijk het onderwerp ook is. Het is een verweer! Daarbij heb ik dus hulp nodig. En wat denkt u? Denkt u dat de postbode moest aanbellen omdat de talloze reacties niet in mijn brievenbus pasten? Nee, hoor. Niets. Geen enkele reactie.
Ik troost mij met een aromatherapie van zestig minuten. Dat is voor mij slechts twee minuten lopen, net naast ’t Vierkant. En als ik alert ben en goed kijk waar ik loop, dan blijven mijn kleine schoenzolen speekselvrij. Maar de argeloze wandelaars, zeker degenen met schoenmaat 44 en groter, zijn dus mooi de pineut. Dus: kap toch met dat kwatten op straat! Ook in het belang van al die kittige, doch gezellige vrouwen.
Paul Bersee

Uit de krant