Afbeelding
Foto: pr

Afscheid

Column

In 2007 werd zij ineens aangeboden bij de balie: een eigenares vroeg of wij een nieuwe baas wisten voor haar hondje. Diezelfde ochtend had onze toen 8-jarige dochter gevraagd: "Pap, wanneer gaat Max (onze Golden Retriever) nou dood, want dan mogen we een Jack Russell nemen."

Ze wist dat wij twee honden als maximum beschouwden. We hadden haar geantwoord dat je daar niet zo over mag spreken. Schuldbewust had zij daarna Max nog geknuffeld. Echter, twee uur later belde ik mijn vrouw met de vraag: "Twee honden is het maximum, maar twee-en-een-kwart: kan dat ook? Naar beneden afgerond is dat nog altijd twee." Een Jack Russelltje moest er nog wel bij passen, vond ook zij. En we kregen er nooit spijt van. Wat een vrolijke kwispelstaart was het toch. Overal waar ik met haar verscheen begonnen de mensen spontaan te glimlachen. Een parmantig klein hondje dat soms nog het meest op een biggetje leek, in haar gedrag. Met het toenemen van de leeftijd kwamen er ook klachten. Ze begon steeds meer te drinken, zodat we haar grondig onderzochten. Ze bleek de ziekte van Cushing te hebben en moest haar verdere leven op de pillen. Toen ze slechter ging eten besloten we een buikecho te maken. Toen werd een verdachte plek in de milt geconstateerd. Een dag later haalden we snel haar miltje eruit. Hierna knapte ze zienderogen op. Een half jaar later ging ze weer slechter eten en braakte ze af en toe. Bij onderzoek ontdekten we een ontstoken alvleesklier. Hiervoor moest ze 3 dagen aan het infuus en kreeg ze een mix aan medicatie. Het was precies de behandeling die ze nodig had, want ze knapte op. Ze was weer de vrolijke grapjas en clown die ze altijd was! Eind 2017 begon ze ineens met een scheve kop te lopen. Ze was inmiddels 14 jaar en er waren een aantal mogelijkheden: een TIA, een herseninfarct, een hersenbloeding, een hersenvliesontsteking of een tumor in haar kopje. Om zo dicht mogelijk bij een diagnose te komen, besloten we naar het MCD te gaan waar ze onder verdoving werd gebracht en er een CT van haar kopje gemaakt werd. De uitslag was dat er slechts sprake was van een lichte hersenvliesontsteking. We deden wat we konden qua medicatie en behandeling en ze ging een stuk beter lopen. Echter, ze hield nog wel een beetje een scheef kopje als restverschijnsel. En de leeftijd begon ook mee te tellen. Hoewel ze altijd bleef kwispelen, fanatiek op eten was en naar kluifjes bleef springen werd ze ook wat wankeler. Haar enthousiaste gemoed hield haar op de been. Tot ook dat minder werd. Langzaam wenden we aan het idee dat er wellicht een einde aan zat te komen. Maar wat ongelofelijk moeilijk is zo'n beslissing toch. Ze at toch nog? Ze bleef op gewicht. Ze leefde haar leventje. Een hond mag toch gewoon oud zijn? Maar ja, dit weekend was het zover. Onze dochters kwamen naar huis om er bij te zijn toen we afscheid namen. Ze waren erbij toen ze kwam. Ze waren erbij toen ze ging.

Uit de krant