Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Pinksterdienst

Column

Afgelopen weekend mocht ik 48 uur de spoeddienst doen. Het was een ongekend gekkenhuis. Het leek alsof alle gezelschapsdieren gezamenlijk hadden afgesproken ziek te worden! Zaterdag hadden mijn vrouw en ik kaarten voor het Beatles concert in Flora.

Daarvan had ik gedacht er gewoon gezellig heen te kunnen. Niets bleek minder waar. De gehele avond kwam het ene spoedgeval na het andere. Op een gegeven moment kwam er een labrador uit Hoofddorp die niet meer in de benen kon. Hij was al negen en de eigenaren kwamen met de hele familie. Ze hadden gedacht dat dit wel eens het einde kon zijn. Ze tilden hem uit de auto naar de spreekkamer. De twee kinderen hadden de tranen in de ogen. Ik vroeg wat er gebeurd was. Hij bleek dezelfde dag vroeg in de middag nog gewoon vrolijk uit te zijn geweest. Eenmaal thuis was hij in zijn mand gaan liggen en toen het etenstijd was lukte het hem al niet meer om in de benen te komen; ze hadden het even aangekeken en elk uur nog eens geprobeerd. Maar als hij heel even stond plofte hij weer door de achterbenen. Ik onderzocht hem liggend op tafel. Vreemd genoeg had hij een lichte ondertemperatuur. Hij leek dus in shock. Vervolgens controleerde ik zijn achterbenen, zijn reflexen, zijn knieën, de beide hakken, de zoolkussen, de rug en de tenen. Enigszins verward moest ik constateren dat ik geen afwijkingen kon vinden. Hierna luisterde ik naar het hart en de longen. De laatste klonken goed; het hart had een beetje een lage frequentie. Om die goed te kunnen tellen voelde ik naar de pols: 46 slagen per minuut. Super weinig! Wederom liep ik alle bevindingen na. Het was precies zoals ik het de eerste keer vond. Ik vroeg daarom expliciet hoe het met het uitlaten was gegaan: "Hij was het grootste deel van de wandeling aan de lijn geweest, alleen een stukje op een grasveld mocht ie los." Of hij nog langere tijd ergens gesnuffeld had was mijn wedervraag. "Jazeker, ik moest hem verschillende keren roepen toen hij achter een boom stond te snuffelen!" De combinatie aan informatie maakte de waarschijnlijkheidsdiagnose aannemelijk: de labrador zou wel eens onder invloed van hasj, wiet of medicijnen kunnen zijn. "U zou weleens gelijk kunnen hebben, het was een veldje vlak bij het Spaarne ziekenhuis," zei de man. We besloten dat ik de hond op zou nemen en aan het infuus zou leggen. Drie spoedpatiënten en dik een uur later stond hij al in zijn verwarmde opname hok te kwispelen. Ik kon de eigenaren weer bellen. Even later, tegen middernacht aan, kwam de hele familie binnen en vloog de hond op hen af! De man was nog terug geweest naar het veldje en had lachgaspatronen en lege zakjes wiet gevonden. Dat maakte de verdenking wel zeer aannemelijk. En riep de vraag op waarom mensen dat soort dingen niet opruimen?

Uit de krant