Afbeelding
Foto: Corine Zijerveld

Hartverscheurend

Column Poespas

Vrijdagavond, dienst, telefoon bij de dierenambulancemedewerker die net bij mij in de praktijk is. Een man meldt zich met de tekst dat zijn hond niet meer eet. Eigenlijk al drie dagen niet. De bestuurder van de dierenambulance kijkt mij aan en vraagt of er nog iemand mag komen. Ik zeg dat dat geen probleem is. Een klein half uur later verschijnt de man met zijn kleine lhasa apso. Het is al pikkedonker. Het diertje staat te hijgen op tafel alsof ie een enorme inspanning heeft geleverd. Ik kijk Dickie helemaal na. Hij is slapjes, wankel, mager en oud. Als ik naar het hart luister schrik ik vreselijk. Er zijn niet eens hartgeluiden te horen; het is een kakofonie aan geruis en kabaal. Hij heeft geen hartritme, maar een onregelmatig machinekamergeruis. Eigenlijk is het een wonder dat dit hondje nog rond kan lopen. Bij navraag blijkt hij al een paar jaar op hartmedicijnen te staan. Normaal gesproken komt Dickie bij een collega die niet in onze dienstgroep zit. Zodoende is zijn geschiedenis ons onbekend. Er zijn ook geen hartecho’s, ECG’s, röntgenfoto's of bloeddrukmetingen gedaan. Dickie is gewoon ‘blind’ op de hartmedicijnen gezet. En op zich doet-ie het daar al twee jaar redelijk mee. Het enige wat ik nu zou kunnen doen is met vochtafdrijvers zorgen voor een verbetering van de ontsporende circulatie.
Meneer begint met tranen in zijn ogen te vertellen dat het nog het hondje van zijn moeder is. En dat zijn moeder in een verzorgingstehuis zit. En dat hij het hondje nu altijd uitlaat. En dat zij Dickie al 4 weken niet gezien heeft. En dat het toch niet zo kan zijn dat hij haar straks moet vertellen dat Dickie dood is. En hij begint onbedaarlijk te huilen. Het is zo aandoenlijk. Ik krijg de beelden van een fragiele oudere vrouw in eenzame coronaopsluiting in haar kamer voor mijn ogen en we maken samen een plan. Ik ga Dickie maximaal ondersteunen met extra hartmedicatie en meneer gaat zorgen dat zijn moeder afscheid kan nemen van Dickie. We bespreken enkele mogelijkheden. Op Koningsdag komt hij terug. Dickie heeft het gered! Hij is drie dagen verder! En meneer vertelt dat het hem gelukt is: Hij had een hoogwerker kunnen regelen en was met Dickie voor het balkon van zijn moeder verschenen. De geëmotioneerde eigenares had Dickie even kunnen vasthouden en knuffelen. Het was een soort onbegrepen vaarwel, omdat het hondje zich nog aardig kon oppeppen en zich tamelijk fit kon voordoen. Maar ze had er vrede mee. Aan het betraande gezicht van haar zoon zag ze wel dat het einde verhaal was. En nu stond hij op Koningsdag in de praktijk. We konden maar één handeling verrichten: en dat was hem laten inslapen. Meneer maakte nog een foto die hij naar zijn moeder appte. Overmand door verdriet slofte hij de kliniek uit.

Uit de krant