Helen Workala.
Helen Workala. Foto: pr

Veerkracht

Column

Deze week weer een colum van Helen Workala, die schrijft over het gewone leven in en rond Lisse.

Misschien herken je het; je hebt zoveel binnen gezeten dat je even de deur uitgaat om een luchtje te scheppen. Je wilt de wind langs je gezicht en wat zonlicht, al of niet getemperd door grijze bewolking, op je huid; kortom je moet even tussen de muren vandaan.
Zo gezegd, zo gedaan. Het was zaterdag net even na het middaguur en de zon liet zich regelmatig vanachter een wolk zien. Ik liet de boel de boel, stapte op mijn fiets en reed het dorp in. En dat terwijl we met z’n allen toch het dringende advies hadden gekregen om vooral binnen te blijven en niet eropuit te gaan als daar geen gegronde reden toe was. Niet te doen. Een week binnen zitten als het werk daartoe roept, is tot daaraan toe, maar een weekend met mooi weer…
Een beetje slenteren, winkeltje in (mondkapje op) winkeltje uit (mondkapje af). De dynamiek in het dorp was die van een zaterdag die nog op gang moest komen; er was genoeg volk op de been, maar het tempo lag laag. Mensen stonden stil om in een toevallige ontmoeting met een bekende een praatje te maken, of een etalage te bekijken.
De orgelman liep door de winkelstraat en schudde met het centenbakje. Heerlijk, dacht ik, sommige dingen veranderen nooit. De vrolijke klanken van het draaiorgel bliezen even het voorjaar de straat in.
Een paar weken geleden zag ik een foto in deze krant van tuinmedewerkers van De Keukenhof, geknield op de grond om miljoenen tulpenbollen te planten voor het nieuwe seizoen. Ondanks dat het ongetwijfeld een raar jaar geweest moest zijn, werkten ze ‘gewoon’ weer met de handen in de zwarte aarde om dat sprintje te trekken naar het voorjaar, zodat die beroemde ‘achtertuin’ op en top zou zijn in de lente, klaar om de hele wereld te ontvangen.
Stoer, dacht ik toen ik naar de foto in de krant keek, het is een beeld van hoop en veerkracht.
Dat er nog een herfst en winter overheen gaan, is voor de tulp die uit een koud en bergachtig gebied komt, geen probleem, die bol is sterk genoeg en maakt zijn eigen suikers aan om zich te beschermen.
‘Als de lente komt dan stuur ik jou, tulpen uit …’ klonk het uit het draaiorgel en ik zong het uit vrolijkheid met een plat Amsterdams accent mee. Zonder herfst en winter, geen lente. Het klopte helemaal, dit liedje, juist nu…
Helen Workala

Uit de krant