Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Vooroordeel

Column Poespas

Ik reed naar de praktijk in Hoofddorp met mijn dochter naast me; in de zomer hielp zij ons als assistente. Bij het viaduct over de N205 zat er een auto achter me hinderlijk met zijn lichten te knipperen. Hij reed ook dicht achter mij. 

Ik zei tegen mijn dochter: “Hier laat ik me dus niet door opjagen. Ik rijd precies zo hard als hier mag. Dus ik ga geen kilometer harder rijden!” De man begon ook allemaal gebaren te maken. “Je moet je nooit laten intimideren door andere automobilisten”, adviseerde ik haar en ik maakte een kalmerend en sussend gebaar in mijn achteruitkijkspiegel. Weer ging hij toeteren en wijzen. Ik raakte voorzichtig de rem aan om duidelijk te maken dat ik echt niet harder zou gaan rijden. Iets verderop bij de rotonde moesten we stoppen. Hij stapte wild gebarend uit en ik vreesde voor een confrontatie. Meteen stapte ik ook uit om op gelijke hoogte te staan tijdens het ‘gesprek’. En nu hoorde ik wat hij zei: “Er staat een koffiemok op uw dak! Dat is gevaarlijk!” Oef, ai-ai. Ik bedankte hem bedeesd en haalde de kop van het dak af. De man was alleen maar behulpzaam geweest! Ook een wijze levensles richting mijn dochter: oordeel nooit te snel over mensen.
Eenmaal op de praktijk bleek de agenda geheel volgepland, maar belde er wel iemand met een spoedgeval. Ik besliste dat deze er tussendoor gepland moest worden: een kater die niet kon plassen. ‘s Nachts was hij in Amsterdam geweest, waar de plasbuisobstructie was opgeheven, maar nu zat hij weer eindeloos en zonder effect op de kattenbak. Toen hij in de pauze binnenkwam voelde ik gelijk in de buik. De blaas zat weer bomvol. Er was wederom een obstructie aanwezig. “Dan is het vannacht niet goed gegaan”, oordeelde de eigenaar. Ook dat was een vooroordeel, want hij was wel degelijk functioneel ontstopt, maar in de verwijsbrief las ik, dat op verzoek van de eigenaar, geen opname met een katheter en infusen volgde.
En nu waren we weer terug bij af. Weer moest Julian verdoofd worden en het ontstoppen ging ongelofelijk moeilijk, maar het lukte! Nu moest hij wel blijven aan het infuus, met een katheter en met een kraag om. Hij kreeg dagelijks de liefdevolle verzorging die nodig was. Maar binnen veel te korte tijd was het hem gelukt de kraag weer af te krijgen, de katheter eruit te bijten en om dus weer verstopt te raken. We besloten nog eenmaal een poging te doen om zijn plasbuis te laten genezen, maar na drie dagen opname en infuus en medicatie lukte het hem thuis alsnog niet om uit te plassen. Dus moesten we de zogenaamde plaskateroperatie uitvoeren: we moesten een meisje van hem maken. Precies één week na het nachtelijke bezoek in Amsterdam verrichtten we de operatie. Tien dagen later mochten de hechtingen eruit. Hij kon weer plassen zoals vroeger! Wat was de eigenaar blij!

Uit de krant