Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Memory Lane

Column Poespas

We hadden een huisje geboekt in de bossen bij Oisterwijk. Op de foto leek het midden in het bos te liggen, maar toen we kwamen aanrijden bleek het ernstig gedateerde houten huisje omringd door megalomane wit gepleisterde villa’s. Op zich maakte dat niet zoveel uit. Het is heerlijk er even uit te zijn. 

Van 1990 tot 1994 heb ik in Oisterwijk gewerkt als landbouwhuisdierenarts. Ik was de jongste bediende van een grote groepspraktijk en werd als manusje van alles gezien. Daar leerde ik wat echt hard werken is: eigenlijk elke ochtend werd ik wel tussen 6.00 uur en 7.00 uur gebeld om ergens naar een koeien- of schapenbevalling te gaan. Of naar een koe met melkziekte. Eén nacht per week had je eerste, één nacht tweede en één nacht derde dienst. Het was allemaal goed vol te houden omdat de sfeer binnen die praktijk geweldig was. Alle herinneringen kwamen terug toen we door het gebied heen reden, dertig (!) jaar later. Zo vertelde ik mijn vrouw over de spoedvisite bij de familie Geestakkers. Ze hadden maar twee hobbykoeien, die ze door een dikbilstier hadden laten dekken. Het ging er in die dagen vooral om grote bespierde vleeskalveren te fokken, zoals een Belgische Blauwe, een Blonde d ‘Aquitaine (op zijn Brabants = “blonde Argentijn”) of een prachtige Limousin (”Simolines”). De koeien stonden op een weilandje achter het huis. De man zelf was vrachtwagenchauffeur en het grote moment was aangebroken; hij had speciaal vrij genomen vanwege de op handen zijnde geboorte. De praktijk was gebeld en ik werd ernaar toe gestuurd om half zeven ‘s ochtends. De koe stond in de garage, zijn flank was al geschoren en gewassen: klaar voor de veilige keizersnee. Tegen de muur van de garage stonden acht stoelen waarop de vrienden en bekenden van de familie klaar zaten om een keizersnede ‘live’ mee te maken. Iedereen had een kopje koffie in de hand of op schoot. Vanuit routine voelde ik eerst even in de geboorteweg of het kalfje nog leefde. Maar ik voelde hele kleine pootjes. En een heleboel! Hier was sprake van een tweelingdracht! Tot grote teleurstelling van het publiek zou hier geen keizersnee-show opgevoerd worden. Het eerste kalfje kwam er na wat puzzelwerk goed uit. Ze schudde de kop en de moeder likte haar kalfje meteen droog. Vervolgens kwam de tweede er makkelijker uit. Ook zij leefde en mocht bij haar zusje gaan liggen. De moeder perste nog één keer en toen kwam de hele baarmoeder eruit. Twee toeschouwers vielen flauw en ik moest tegen de persweeën van de moeder de baarmoeder terugduwen: een loeizware klus, maar het lukte! Toch nog spektakel voor de aanwezigen. Na de repositie spoelde ik de baarmoeder en zette ik een tabakszakhechting om de geboorteweg. Met het hele gezelschap gingen we in de keuken koffie en beschuit met muisjes nuttigen. En zo had ik nog een hele vakantieweek om herinneringen te delen.

Uit de krant