Afbeelding
Foto: Corine Zijerveld

Chronisch kreupel

Column Poespas

Terwijl de dagen zo volgepland zijn dat alleen al het succesvol afronden van alle langsgekomen patiënten een grote klus is, kwam daar de afgelopen tijd ook de orthopedische ellende van ons eigen hondje Paco bij thuiskomst nog eens bij. Ondanks de meer dan ultieme zorg van twee dierenarts-baasjes liet het herstel van de gediagnosticeerde peesblessure bij de voorpoot tergend lang op zich wachten. 

Het dagelijkse wandelingetje van meer dan 15.000 stappen (voor ons) is scherp teruggebracht, loslopen is er eigenlijk niet meer bij, qua therapie wordt hij iedere dag in de watten gelegd en alle supplementen die denkbaar zijn worden hem voorgeschreven. Desalniettemin loopt hij zeer onregelmatig. Vanwege die te trage verbetering hadden we een CT-scan afgesproken in Oegstgeest bij de Anicura Rijngeest-kliniek. Met de klok als scherprechter werkte ik op zo hoog mogelijk tempo in de eigen kliniek door om bijtijds op pad te kunnen gaan. Ik was er op tijd! In de Oegstgeestse wachtkamer werd mij streng verzocht mijn mondkapje beter voor te doen. In de spreekkamer werd mij gevraagd wie dan wel de verwijzend dierenarts was, omdat ik aangaf dat er in de verwijsbrief een foutje was geslopen. “Mijn vrouw”, zei ik. “Oh, kijk eens aan, wat leuk!” Ondanks het shirt met onze klinieknaam erop viel het kwartje nog steeds niet. Was ook niet belangrijk. Het ging om Paco. Er werd mij heel nauwkeurig uitgelegd wat ze gingen doen: een infuus aanbrengen, de verdoving geven, intuberen, monitoren en meenemen. Ik knikte gedwee. Toen ik me omdraaide om in de wachtkamer plaats te nemen riep de assistente ineens: “Jeetje, maar u bent óók dierenarts!” Ze zag de klinieknaam op de achterkant van mijn shirt staan. “En dan zit ik alles zo uitgebreid uit te leggen wat we gaan doen, dat wist u natuurlijk allemaal al lang?” Ik glimlachte enigszins nerveus dat ik dat inderdaad wel wist. Maar als je eigen dier ineens patiënt is, ben je vooral een bezorgde eigenaar en pas in laatste instantie een dierenarts. Het was de bedoeling om met de CT-scan te kunnen zien of de gewrichten allemaal in orde waren en of er een weke-delen-probleem te zien was. Normaal duurt zo’n scan 30-40 minuten. Ik kon regelen dat ik achter een computer mocht plaatsnemen om alle patiëntenkaarten van de door mij die dag behandelde honden en katten alsnog rustig kon invullen. Na anderhalf uur was Paco er nog niet. Het bleek een hele lastige klus. Mijn vrouw appte ongerust waarom ze nog niets had gehoord. Uiteindelijk werd Paco naar mij toegebracht; geheel slap en in slaap. De uitslag zou één à twee dagen later volgen. Ik reed voorzichtig naar huis. Thuis plaste hij twee keer op het tapijt. Een dag later kregen we de uitslag al: alles was goed! Drie dagen later kon hij helemaal niet meer lopen en mochten we op zaterdag, na een doorwaakte nacht, zelfs terugkomen voor een herhaalscan! Superservice.

Uit de krant