Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Helder

Column Poespas

We werden gebeld door een eigenares met de vraag of ze met haar cavia kon langskomen. Er was al door een collega naar gekeken, maar de eigenaren hadden daar niet zo’n goed gevoel aan over gehouden. Op zich kan dat natuurlijk altijd. Ook een bezoek aan ons kan bij eigenaren een gevoel oproepen van suboptimale hulp. Er is dus een wijdverbreid circuit van second opinions. 

Wat het wel enigszins bijzonder maakte was dat deze familie uit Den Helder kwam. Die waren dus royaal vijf kwartier onderweg om hun cavia hier aan te bieden. Ze waren precies op het afgesproken tijdstip, hetgeen vrij knap is als je zo’n eind moet afleggen. Bij het algemene onderzoek bleek de linker kaakhelft ernstig afwijkend. We moesten besluiten het 2-jarige diertje Beer bij ons te houden en een röntgenfoto te maken van de schedel uit verschillende hoeken. Dat betekende helaas dat die mensen Beer moesten achterlaten en dat ze weer terug konden naar Den Helder.
Even later op de middag konden we de röntgensessie verrichten. Hierop konden we zien dat de kaak links enorm was aangetast door ver doorgroeiende kieswortels. De kaak reageert daarop door extra botvorming en soms zelf abcesvorming. Bij konijnen is dit vrij bekend, maar bij cavia’s is het zeer zeldzaam. De moeilijkheid was dat we er weinig aan konden veranderen. De kiezen werden ingekort en een pijnstillende kuur werd gestart. Maar aan de kaakverandering konden we niets meer doen. Het betekende alleen wél dat we nu precies wisten wat er aan de hand was. De eigenaren zouden Beer de volgende ochtend weer ophalen.
Gedurende de avond en nacht zat Beer lekker in een opnamehok met verwarmde vloer en extra zuurstof. Met de assistenten hadden we een regeling afgesproken dat er iedere 2 uur tot aan 01.00 uur ‘s nachts even iemand zou langs gaan. Ik deed de laatste ronde; op zich zijn we er niet op ingericht om dieren in opname te houden, maar zoals altijd: nood breekt wet. Het ging goed met Beer. De volgende ochtend stonden de eigenaren al vroeg op de stoep. Ze waren nog zwaar in het donker opgestaan en vertrokken om Beer weer zo snel mogelijk bij zich te hebben. Op de röntgenfoto’s kon ik laten zien hoe afwijkend de ene kaakhelft eruitzag. Het bijzondere was dat hij er nog nooit één dag slecht door had gegeten! Terwijl het al een hele tijd bestond. Ze zeiden dat ze wel heel blij waren dat ze nu wisten was het was, ondanks dat het geen goed nieuws was. Met pijnstilling en speciaal voer gingen ze weer terug naar Den Helder. En ik moest toen weer terugdenken aan de familie die met hun konijn was terugkomen rijden uit hun Franse wintersportplaats om er door ons naar te laten kijken. Als gezondheid in het geding is, is geen afstand te ver. Dat is helder.

Uit de krant