Lodewijk Kamps
Lodewijk Kamps Foto: Corine Zijerveld

Improviseren

Column Poespas

In de agenda stond een operatie genoteerd van een 15 jaar oude schapendoes Alva met vrij ernstig hartfalen. Er was sprake van een snelgroeiende tumor die elke dag aan het bloeden was. Aangezien de hond als zodanig niet meer in huis te handhaven was, hadden we de alles-of-niets-afspraak gemaakt. 

Met de meest voorzichtige narcosemiddelen verliep de operatie prima. Alva was ook snel weer wakker. Maar ondanks de minutieuze wijze van dichthechten en het afbinden van alle kleine bloedvaatjes lekte de wond postoperatief toch enigszins. Hierdoor moesten we een drukverbandje aanleggen op de lastige plek net naast de staart.
Om dit drukverbandje zo goed mogelijk te laten zitten, moesten we eigenlijk een strak onderbroekje regelen. Het MedicalPetShirt dat we hier ook voor hebben, gaf net te weinig tegendruk. Dus ging ik naar de lokale winkel tegenover de praktijk. Je kunt daar onderbroeken kopen. Toen ik binnen kwam lopen vroeg ik waar de onderbroeken lagen. “Het herenondergoed ligt rechtsachter in de winkel”, werd mij gezegd. “Nou, ik zoek eigenlijk damesondergoed”, zei ik en de winkelmedewerkster keek mij bevreemd aan. Ik zag haar denken: “Wat is dat voor viezerik?” Het damesondergoed lag op een ander plek. Ik zocht een stretch modelletje uit en ging ermee naar de kassa. “Zal ik het voor u in pakken? Is het een cadeautje?”, vroeg de dame met een vriendelijke stem. “Nee hoor, geeft u ze zo maar mee”, zei ik en ze sloeg haar ogen ten hemel. “Het is voor een geopereerd teefje, hoor!” zei ik, maar ze antwoordde dat ze dat wel vaker had gehoord.
Met rode wangen verliet ik de winkel om snel terug te gaan naar de geopereerde hond. Met een luiertje en het strakke broekje ging het meteen goed. Het bloeden stopte vlot. En we konden Alva door de eigenaar laten ophalen. Het was weer een onverwacht heftig begin van de dag.
‘s Middags liep ik door het winkelcentrum en toen ik langs de bewuste winkel wandelde, zag ik de kassamedewerker iets fluisteren tegen haar collega, terwijl ze mij opzichtig aankeken en mij met hun ogen volgden. Ik vrees dat ik nooit meer van een verkeerde naam af zal komen.

Uit de krant