Frénk van der Linden
Frénk van der Linden Foto: Ben Kleyn

‘Iedereen wist dat mijn moeder een minnaar had; ook mijn vader’

Cultuur

Met gebogen schouders zit de oude Jan van der Linden aan de eettafel. Zijn zoon vraag hem: “Heb je ooit overwogen om er een eind aan te maken?” Hij kijkt op en knikt: “Ja. Ik had de gaskraan open willen draaien terwijl jij en je zusje boven lagen te slapen. Dan waren jullie ook weggeweest.” Het is een van de meest schrijnende momenten in de hartverscheurende documentaire die Hillegommer Frénk van der Linden maakte over de vechtscheiding van zijn ouders. Nu, meer dan tien later, verschijnt zijn boek: En altijd maar verlangen: De liefdesoorlog van mijn ouders. “Ouders in een vechtscheiding beseffen niet wat ze hun kinderen aandoen.”

Door Caroline Spaans

De eerste recensies zijn lovend. “Ik begon met angst en beven te lezen: ‘Schitterend. Een even compassievolle als meedogenloze pen’, stond er. Ik hield het niet droog. Zó verlossend na dat jarenlange geploeter. Je hoopt dat zo’n boek niet alleen voor jezelf waardevol is, maar ook voor kinderen die op dit moment knel zitten tussen hun ouders.”

Het boek bestaat uit brieven die Frénk schrijft aan zijn ouders. Scènes uit zijn jeugd van het Hillegom in de jaren 60. Vader Jan van der Linden, type ruwe bolster blanke pit, was vrachtwagenchauffeur en zijn moeder Erica van den Brink, de ‘Greta Garbo van Hillegom’, de diva. “Zij voelde zich stik-onzeker, terwijl ze toch echt een spetter was: borsten, taille, billen. Ze verdiende wat bij in de schoonmaak en werkte in een bollenschuur waar ze haar minnaar John leerde kennen.”

Fundamentele zelftwijfel
Na jaren schipperen, ruzies, psychiaters, kalmeringspillen en besluiteloosheid, stapte Erica uit haar huwelijk. ‘Ik móet kiezen van de dokters, maar ik houd van twee mannen. Waarom mag je wel van twee kinderen houden en niet van twee mannen?’, vroeg ze haar 13-jarige zoon destijds. Retorisch of niet, Frénk vond het de moeilijkste vraag die hem ooit gesteld werd. “Ik heb lange tijd niet van mezelf gehouden”, zegt hij. “Hoe dat komt? Heel simpel. Als je moeder je op je dertiende op schoot trekt en toefluistert: ‘Frénk, wat mensen ook gaan zeggen, ik houd écht van jou en je zusje!’ en de dag daarop is ze vertrokken, doet dat iets met je zelfwaarde. Het zorgde in ieder geval voor een fundamentele zelftwijfel bij mij. Raar natuurlijk, want mijn moeder was toch echt niet met mij getrouwd.”

Tien jaar geen contact
De periode die volgde was op zijn zachtst gezegd verwarrend. Vader Jan verdronk in verdriet, verscheurde foto’s en herinneringen. Frénk en zijn zusje Désirée kozen de kant van hun vader. “Ik heb mijn moeder tien jaar op de brandstapel gezet. Ik heb haar dood verklaard. Dat zie ik nu als de grootste fout in mijn leven. Dat ik het zó eenzijdig zag... Ik denk nu te snappen dat er redenen kunnen zijn voor een vrouw om haar gezin te verlaten. En ik zie het nu oprecht als een daad van moed, dat deze onopgeleide, niet-feministische vrouw, tegengesproken door haar vriendinnen en familieleden, zoiets had van: ik heb het zó koud dat ik naar mijn warmtebron moet, en dat was die andere man. Nu snap ik veel beter dat er soms aanleiding is om jezelf te redden. Voor mijn moeder was het op een of andere manier onmogelijk om dat fatsoenlijk te doen. Laat ik eerlijk zijn: ik vind nog steeds dat ze onvergeeflijke fouten heeft gemaakt.” In die tien jaar dat Erica haar kinderen niet zag, schreef ze hen honderden brieven, die het eerste jaar consequent door Frénk en zijn zusje werden versnipperd. “Liefst waar mijn vader bij was, zodat hij kon zien hoe loyaal we aan hem waren. Geniaal van mijn moeder dat ze kopieën bewaarde. Intuïtief was ze een wijze vrouw, wetende wat zou kunnen gebeuren. In die brieven las ik enkel liefde. Ik besefte hoeveel pijn het haar gedaan moet hebben om te vertrekken.”

Nieuwe herinneringen
Frénk’s eerste vrouw Lineke bracht hem terug bij zijn moeder die inmiddels getrouwd was met haar minnaar en twee dochters had. Lineke vond dat hij niet langer door kon gaan haar te vermijden: “Je hebt het volste recht haar niet te zien, maar ik heb het volste recht om haar op te zoeken.” Frénk schrijft een liefdevolle, warme passage over de hereniging. Vader Jan hertrouwde jaren eerder, toen Frénk en Désirée nog thuis woonden (’Ik heb een nieuwe moeder voor jullie gevonden’). Zijn vrouw Greet nam twee zoons mee naar het krappe huis aan het Kareldoormanplein.
Nu zijn ouders zijn overleden zegt Frénk: “Ik denk steeds vaker: het verleden is onvoorspelbaar, omdat je zelf bij het ouder worden, blijft veranderen en dus telkens met een nieuwe bril terugkijkt op wat er is gebeurd. Je leest nieuwe boeken, je ontmoet nieuwe mensen. Als je terugblikt, blijft alles dus verkleuren. Wie had ooit gedacht dat ik op een dag zou zeggen: mijn moeder is eigenlijk moedig geweest om te vertrekken? Dat ben ik pas gaan beseffen tijdens het schrijfproces. Ieder conflict stikt van de grijstinten, nuances en innerlijke tegenstrijdigheden. Je moet enorm uitkijken met ergens iets van te vinden. Oordelen over iemand, is het contact met iemand verbreken. Dat is niet willen snappen, maar willen wegzetten.”

Verliefdheid is chaos
Frénk vergelijkt een lange liefde met dansen: “Er is altijd een eigen medeverantwoordelijkheid als het gaat om de plek op de dansvloer van het leven waar je met elkaar belandt. Je kan niet zeggen tegen je partner: jij heb mij naar die hoek van de dansvloer geleid. Nee. Je hebt zelf ook die stappen gezet. Verliefdheid is iets anders. Dat is een vulkanische staat van chaos. Daar heb je geen grip op. Dat mag je jezelf vergeven. Maar dwaas verliefd worden terwijl je bent getrouwd, gebeurt niet zomaar. Mijn moeder voelde zich niet gezien en mijn vader, hoe moeilijk ik dat ook vind om te zeggen, was niet in staat om lief te hebben. Haar niet, zijn familie niet en mijn zus en mij niet. Hij vroeg nooit hoe het met me ging. Dat interesseerde hem niet. En mijn moeder was voor hem een pronkjuweel. Hij showde haar op een gouden dienblad door de Bollenstreek.”

Met de billen bloot
Op de vraag of hij het niet eng vindt, die kwetsbaarheid bladzijde na bladzijde, antwoordt Frénk: “Natuurlijk! Maar je vertelt het verhaal óf helemaal, óf niet. De hele kolerezooi moet aan het licht komen. Zoals ik verlang van anderen die ik interview dat ze met de billen bloot gaan in een gesprek, zo moet ik dat zelf ook. De documentaire die ik destijds maakte, eindigde met de woorden van mijn vader: Ik wil jouw moeder nooit meer te zien, ik ga nog liever dood. Onderin beeld verscheen daarna de tekst: ‘Mijn ouders hebben elkaar een week voor de uitzending ontmoet en omhelsd’. Toen ontdooide er plots iets in de vrieskist waarin ik jarenlang mijn emoties had opgeslagen. Op het moment van hun reünie (na 40! jaar) heb ik een doos Kleenex weg zitten snuffen van vreugde, van bevrijding. Toen kon ik ook weer naar Hillegom en werd mijn verleden weer toegankelijk.”

Kinderwens
Frénk heeft zelf geen kinderen. Een bewuste keuze? “Zowel met Lineke als met mijn tweede vrouw Annet heb ik een gezin kunnen vormen. Ik denk dat ik in de kern bang was. Bang dat die kinderen door dezelfde hel zouden moeten als ik. Angst is de reden, geen andere. Ik ben wel heel benieuwd wat voor vader ik was geweest. Hoewel ik denk dat opvoeden nóg moeilijker is dan een goede liefdesrelatie onderhouden.”

Een school in de liefde
“Het is misschien cynisch maar gek genoeg heeft de scheiding me ook verdiept en verrijkt: een school in de liefde. Tegelijkertijd heb ik Hillegom lang gehaat. Hillegom was altijd een schuldig landschap en hoewel het een beladen plek blijft, vind ik het nu ontzettend fijn om daar in mijn eigen voetsporen te treden.” Je kan dus concluderen dat Frénk’s relatie met Hillegom is hersteld. Of, zoals hij het zo treffend formuleert in zijn indrukwekkende must read: ‘Nu al vraag ik me af wat ik over tien jaar in de achteruitkijkspiegel zal zien.’ “Mettertijd heb ik ongetwijfeld nieuwe gevoelens. Je mag breken om iets nieuws te gaan bouwen. Het is nooit te laat voor een gelukkige jeugd, haha!”


Journalist, presentator en schrijver Frénk van der Linden (1957) trouwde in 2018 met cabaretière, zangeres en schrijver Mylou Frencken. Zijn favoriete plek in de Bollenstreek: de weg vanaf de St. Jozefkerk richting Keukenhof in het voorjaar. Zijn beste herinnering aan Hillegom: dat de Beatles vlak langs zijn huis reden op weg naar Treslong.

Uit de krant