John Pijpers met 'zijn' kinderen met uiterst links dochter Denise. | Foto: Anita Pijpers
John Pijpers met 'zijn' kinderen met uiterst links dochter Denise. | Foto: Anita Pijpers Foto: Caroline Spaans

Een adoptieverhaal met een staartje...

Hillegom n Wanneer je besluit een kind te adopteren uit een ander land, verandert je leven 360 graden. Hillegommers John en Anita Pijpers-Wijers weten daar alles van. Ze adopteerden namelijk niet alleen een meisje van bijna 2, tot dan toe opgroeiend in een troosteloze omgeving en ondervoed, maar raakten zó gecharmeerd van het land en haar inwoners dat ze er besloten een eigen kindertehuis en scholenproject op te richten.

Door Caroline Spaans

Ethiopië. Land in de hoorn van het Afrikaanse continent. Behorende tot de vijf armste landen ter wereld. Zo'n 34 keer groter dan Nederland en telt een slordige 90 miljoen inwoners, waarvan er ruim drie miljoen woonachtig zijn in de hoofdstad Addis Abeba.

"Als je in de molen van adoptie zit, kan je kiezen uit diverse landen waaruit een kind ter adoptie wordt aangeboden," begint John. "Wij hadden geen voorkeur: een kleinschalige organisatie die vooral oog heeft voor het belang van het kind, dát sprak ons aan. Achteraf bleek Ethiopië een goede keuze: we hebben een enorme band gekregen met het land en de bevolking. De klik was er direct maar is in de afgelopen negen jaar ook gegroeid. Hoewel het land wel enorm is veranderd sindsdien. Het voedsel is duur. De economie groeit gigantisch en we hebben soms te maken met een koerswisseling die 25 procent varieert. Het verschil in arm en rijk wordt steeds groter: kon je vroeger voor omgerekend 5 euro nog een bloesje kopen, nu is dat het 7-voudige. Terwijl veel mensen hier nog geen 100 euro per maand verdienen! Het is een complex land, maar ozo bijzonder."

Het kindertehuis

In 2007 was het eindelijk zover: John en Anita mochten hun dochter Denise ophalen. John: "Meteen de eerste dag gingen we naar het kindertehuis. Geen fijne plek om onze dochter aan te treffen: de kinderen zitten met natte broeken op de grond en het is er vies en donker. Gelukkig mocht Denise de dag daarna al mee naar het hotel waar we verbleven. Vanaf dat moment veranderde ons leven compleet. Maar voor ons gevoel gingen we veel te snel weer terug naar Nederland." Behalve dat ze wisten dat de biologische moeder van Denise was overleden, moest het echtpaar het doen met de adoptiepapieren waar niet zoveel informatie in stond. "Gelukkig hadden we vóór de adoptie in Nederland iemand leren kennen die uit Ethiopië komt, waar we met al onze vragen terecht konden. Via haar hebben we contact gelegd met Denise haar biologische vader en halfbroer. We wisten niet dat hij ziek was en hebben via een andere hulporganisatie getracht of we iets voor hem te konden betekenen en dat is gelukt. Toch was hij er zó ernstig aan toe, dat we besloten hem op te zoeken, zodat Denise hem nog kon ontmoeten."

Biologische familie

Dat gebeurde toen Denise 5 jaar was, in 2010. Het werd een heel bijzondere ontmoeting, waarin Denise ook kennis maakte met haar halfbroer: hij en Denise delen dezelfde vader, die nog datzelfde jaar overleed. De ontmoeting kan ze zich nog goed herinneren: "Het was heel apart. Ik weet natuurlijk dat het mijn familie is, maar het was net alsof ik met vreemde mensen aan het praten was. De mensen in Ethiopië spreken Amhaars en beginnen soms tegen mij in hun taal te spreken, maar daar versta ik natuurlijk niks van. Ik begin dan meestal maar een beetje in het Engels te antwoorden."

Tijdens dit verblijf heeft Denise de vrouw ontmoet die nu het kindertehuis runt. Zij werkte eerst in het hotel waar zij verbleven. Denise en deze Ethiopische vrouw, Suzan, hadden direct een heel bijzondere klik. Eenmaal in Nederland dachten John en Anita dat dat wel over ging, maar het was Suzan voor en Suzan na. Denise hield niet op over deze vrouw.

John: "We besloten het hotel waar ze werkte te bellen en hebben contact met haar gelegd.

En alles bleek ineens als een puzzel in elkaar te vallen: Suzan verloor haar baan, ik zag een tv programma over straatkinderen in Addis Abeba en kreeg het idee om daar een stichting te beginnen. In onze directe omgeving zijn we gaan kijken of we mensen konden vinden die financieel iets konden beteken voor ons: al wilden ze maar 5 euro per maand doneren voor de stichting en krijgen we maar honderd man bij elkaar, zou dat voldoende zijn."

Stichting Kebebush

Familie, vrienden, kennissen, collega's, maar ook onbekenden. Iedereen die er lucht van kreeg kwam in actie om het gezin te ondersteunen. John: "Mensen die spontaan geld storten of benefietacties op touw zetten, echt hartverwarmend.

We vonden namelijk dat het huis waar we een kinderhuis in Ethiopië wilde gaan huren wel aan een aantal voorwaarden moest voldoen: met een huiskamer, een keuken en sanitair en… van beton. Dat lukte. En er worden nu vijf kinderen opgevangen."

Een druppel op een gloeiende plaat? Want de cijfers liegen niet: Ethiopië telt meer dan vijf miljoen weeskinderen waarvan naar schatting alleen al 100.000 in Addis Abeba. Meer dan 40.000 kinderen leeft in de hoofdstad op straat. Hun ouders sterven vaak op jonge leeftijd tijdens een oorlog, door droogte, armoede of aan aids. Maar feit blijft dat Stichting Kebebush, vernoemd naar de biologische moeder van Denise, heel goed werk verricht.

Volgende week het vervolg van dit verhaal, met de bijzondere ontdekking van en confrontatie met nog meer biologische familie van Denise.

Denise (met zwarte shirt) met de vijf kinderen die nu in het kindertehuis van haar ouders verblijven. | Foto: Anita Pijpers