Schilder-ei

Een paar jaar geleden met Pasen waren we op Goede Vrijdag ook open en ik had die avond dienst. Om 22.15 uur ging de telefoon.

Een dame op leeftijd, wiens hondje we al lang aan het behandelen waren, belde op om te zeggen dat het echt niet meer ging. Haar West Highland White terriër Lady werd te benauwd. Ze had hartfalen in een vergevorderd stadium en Lady kreeg al vijf soorten harttabletten. De eigenares had twee jaar eerder ook haar man verloren na een ziekbed als gevolg van een hartinfarct. Het verzoek was of ik langs wilde komen om Lady thuis te laten inslapen. Ik beloofde er voor 23.00 uur te zullen zijn. Ze woonde in een klein appartement. Toen ik binnenkwam gaf ze me met waterige ogen een warme hand. "Mag ik u een portje aanbieden? Ik heb er zelf ook net één genomen." Het zou onbeleefd geweest zijn dat te weigeren. Lady was ernstig benauwd; voor haar was inslapen een opluchting. Terwijl de hond aan het indutten was na de eerste injectie vertelde de vrouw een ijzingwekkend verhaal. Na het overlijden van haar man had ze veel hulp gekregen van allerlei instanties. Er kwamen elke dag mensen over de vloer. Ze was verdrietig, moe en ook enigszins verward. Ze sliep elke middag zeker twee uur. Even later kwam ze erachter dat al haar juwelen gestolen waren. Gouden armbanden, ringen, gouden kettingen, alles... Ze moest er weer om huilen en sloeg in één teug haar portje achterover. "Wilt u er ook nog één?" vroeg ze en ze schonk me al bij, zonder op het antwoord te wachten. Ik was perplex. Een treurende weduwe bestelen. Hoe laag kun je zinken? Ik had met haar te doen en keek om me heen. Al haar wanden waren van plafond tot dressoir behangen met schilderijen. Er was bijna geen stukje muur te zien. En van al die schilderijen sprong er één tussenuit. Het leek wel of dat schilderij licht gaf. Ik zei ongeremd door de portjes: "Wat een schitterend schilderij is dat zeg!" Ze vertelde dat het van een Haarlemse schilder was en dat ze het van haar man had gekregen bij hun 40-jarige huwelijksdag. Lady was ondertussen diep in slaap gezakt en op de schoot van de dame diende ik de laatste injectie toe. Mijn handen werden nat van haar tranen. Toen Lady overleden was vroeg ze of ik n?g een glaasje wilde, maar daar bedankte ik voor. Ik bleef nog wel een uurtje zitten praten. Op dinsdag na Pasen stond ze op de stoep bij de kliniek met een vuilniszak. Ze gaf de zak aan mij. "Deze is voor jou. Ik weet dat je hem mooi vindt." Ik maakte de vuilniszak open en zag het fabuleuze koeienschilderij. Ik was met stomheid geslagen en gaf hem meteen terug. "Dit kan ik niet aannemen." Maar ze was onvermurwbaar. Vier weken later lag er een rouwkaart in de bus; ze was in haar slaap overleden. Een afbeelding van "mijn" schilderij prijkte op de voorzijde van de kaart.

(Een golden oldie deze keer)