In 2019 mogen ze er nog staan, maar blijft dat in de toekomst zo? | Foto: AihV
In 2019 mogen ze er nog staan, maar blijft dat in de toekomst zo? | Foto: AihV Foto: A. in 't Veld

Bollenkramen langs Westelijke Randweg voor even gered

LISSE n Opnieuw gaan de standhouders van de kramen aan de bloembollenboulevard langs de Westelijke Randweg een onzekere toekomst tegemoet. Dit ondanks de ontheffing die men voor 2019 onlangs van de provincie Zuid-Holland ontving. Dat was echter nog niet bekend toen standhouder Ruud van Kesteren in de vergadering van de commissie Ruimte en Infrastructuur zei de indruk te krijgen dat de bollenkramen tussen wal en schip dreigen te vallen. Door toedoen van de provincie en gemeente.

Door Arie in 't Veld

"Jarenlang stonden we met alle bloemenkramen verdeeld langs de N208. Na de herinrichting van de weg is ons de huidige locatie aangeboden als alternatief voor onze oude standplaatsen: de bloembollenboulevard. Nu hebben de standhouders een brief gekregen waarin staat dat de provincie vindt dat het faciliteren van deze kramen niet tot hun kerntaak behoort. Ze hebben daarom aan de gemeente voorgesteld de locatie over te nemen en de gemeente is nu bezig de mogelijkheden in kaart te brengen. Het kan en mag toch niet zijn dat wij als standhouders gedupeerd worden door maandenlange onderhandelingen van ambtenaren van de provincie en gemeente?"

Guus Mesman van de PvdA stelde vast zei dat die kramen er op aandrang van de raad nog staan en dat het er in de Keukenhoftijd perfect uitziet. Hij vroeg Van Kesteren of hij de indruk heeft dat de gemeente hem niet ondersteunt om daar te blijven. Van Kesteren antwoordde met wethouder Kees van der Zwet gesproken te hebben, maar dat die er nog niet uit is. Van der Zwet zei dat het onderwerp op ambtelijk niveau in voorbereiding is. "Het is een icoon van ons dorp en van de streek. Ik ga proberen zo spoedig mogelijk duidelijkheid hierover te hebben."

Na de vergadering gaf Van Kesteren aan dat hij uit betrouwbare bron vanuit de bollensector had vernomen dat de wethouder een deal had gesloten met de directie van Keukenhof om de locatie uit te baten. Hierbij werd verwezen naar uitspraken van Keukenhof-directeur Bart Siemerink. "Totaal verbaasd hebben wij toen samen met onze advocaat een afspraak gemaakt met Van der Zwet. In dit gesprek gaf de wethouder aan niets te weten over een overeenkomst met Keukenhof; wel erkende hij dat er gesprekken zijn geweest, maar niet hierover. Verder gaf de wethouder aan dat het niet zomaar vanzelfsprekend is dat - mocht de gemeente over de ontheffingen gaan - de van oudsher bekende standhouders op de locatie zouden mogen. De ontheffingen vertegenwoordigen een economische waarde en er zouden meerdere partijen geïnteresseerd zijn." Van Kesteren zegt het laakbaar te vinden dat bij de laatst gehouden evaluatie de directie van Keukenhof was betrokken. "Terwijl wij als standhouders op geen enkele wijze hiervoor benaderd zijn. Dat zegt volgens ons genoeg over de intenties van de directie van de Keukenhof." Over deze uitspraak is overigens geen enkele opmerking op raadsniveau gemaakt.

Voor 2019 zitten de standhouders nog goed, omdat de provincie dus toch een ontheffing heeft gegeven. Misschien omdat men inziet dat een overname van de locatie door de gemeente niet op zo'n korte termijn te regelen is. Dit neemt niet weg dat men voor de jaren hierna nog aan de bak moet.