Sophies Choice

Sinds ik de praktijk heb overgenomen in 1997 was de heer Gijssen met zijn katten al regelmatig bezoeker van de praktijk. Die relatie kent dus alweer een geschiedenis van 22 jaar. Lief en leed hebben we met elkaar gedeeld.

Gelukkig waren zijn katten in al die jaren over het algemeen heel gezond zodat we elkaar ook weer niet zo vaak zagen. De laatste veertien jaar had hij Kareltje en Gabber. De katers zagen we vooral tijdens de jaarlijkse controles. Eén van zijn katten had een hartprobleem waardoor we Gabber toch wel vaker zagen. Die kreeg elk jaar twee keer een hartecho om op basis van die bevindingen aangepaste hartmedicatie te krijgen. Sinds de ontdekking van zijn hartprobleem en de behandeling ervan gaat het eigenlijk ontzettend goed met Gabber. Vaak wordt er ook nog een ECG gemaakt en eens per twee jaar een röntgenfoto van de borstholte om te zien of het hart in grootte verandert. Als eigenaren precies doen wat wordt geadviseerd weten we altijd zeker dat een medisch probleem maximaal behandeld wordt. Zonder behandeling gaat een kat met een hartprobleem ongemerkt achteruit totdat een ondergrens is bereikt en dan zien eigenaren ineens dat hun kat het veel slechter doet: bijvoorbeeld vermageren, dikkere buik, mottige vacht of benauwder. Bij Gabber was daar gelukkig geen sprake van omdat het hartprobleem bij een jaarlijkse controle was ontdekt! Het laatste half jaar vertelde meneer Gijssen ons dat hij ongeneeslijk ziek was. Dat was een grote schok. Zijn katten waren zijn grote liefde en hij deed alles voor ze. Wat hem grote zorgen baarde was hoe het verder moest met de katten als hij er niet meer zou zijn. Ieder keer als hij kwam om dieetvoer te halen sprak hij daar over. Hij zou pas rust in zijn hoofd krijgen als hij wist dat er een goede oplossing voor gevonden zou worden. Eigenlijk baarde het probleem 'hoe nu verder met de katten' hem meer zorgen dan zijn eigen medische probleem. Uiteindelijk kwam hij op gesprek om het te hebben over zijn beslissing. Voor Kareltje kon hij wel een nieuw adres vinden, maar hij wilde de intensieve zorg voor Gabber aan niemand anders overdragen. Wat daar een belangrijke rol in speelde was dat Gabber een super angstige kat was die altijd als er bezoek kwam naar boven èn onder een bed vluchtte. Hij liet zich nooit zien als er vreemden in huis waren en kwam nooit buiten. Meneer Gijssen was de enige die hem mocht aaien. En dus had hij, na heel lang overwegen, besloten dat hij, als zijn eigen einde zou naderen, afscheid zou nemen van Gabber. Dat werd één van de moeilijkste euthanasieën ooit. Het immense verdriet van de eigenaar over zijn kat en waarschijnlijk ook zijn eigen naderende einde vloog me naar de keel. Als behandelende arts van Gabber kon ik zeker meegaan in de beslissing en aan de wens van meneer Gijssen voldoen. Twee weken later kregen we een rouwkaart dat hij zelf overleden was. Nu zijn ze weer samen.