Vraag naar jeugdpleegzorg is groot

LISSE n De vraag naar pleegzorg voor jongeren is vrij omvangrijk. Dat blijkt uit de rapportage hierover voor de regio Holland Rijnland. In totaal ontvingen zo'n 300 jeugdigen in 2018 pleegzorg. Het overgrote deel betreft permanente pleegzorg. Ongeveer 7% van de jeugdigen met pleegzorg kreeg weekendpleegzorg. Er is een zeer lichte stijging in de inzet van pleegzorg over 2018. Dit is een goede ontwikkeling. Een verdere stijging is gewenst, omdat de vraag naar pleegzorg groot is. De aanbieders ontwikkelen alternatieve vormen van pleegzorg, onder andere meer in deeltijd, co-ouderschap of steungezin. Deze zijn er ook op gericht dat een jeugdige niet permanent uit huis hoeft te worden geplaatst. De resultaten van deze inspanning is in de cijfers nog niet zichtbaar.

Door Arie in 't Veld

De rapportage bevat volgens wethouder Jeanet van der Laan cijfermatige informatie over de jeugdhulp in de regio Holland Rijnland. Ook in 2018 laten de cijfers nog steeds een toename zien van het aantal cliënten dat een beroep doet op jeugdhulp. De rapportages worden besproken met de lokale teams om waar nodig bij te sturen. Er is een hoog aantal gestarte trajecten bij het Jeugd- en Gezinsteam (JGt) in kwartaal 4. Het JGt geeft aan dat zij vaak een piek zien rond de herfstvakantie, omdat scholen dan na een periode van observatie aan het begin van het schooljaar aan de bel trekken als zij opvallendheden zien. Daarnaast is het laatste kwartaal voor veel kinderen een onrustige periode vanwege de activiteiten rondom sint en kerst. Dit wordt besproken in de kwartaalgesprekken met het JGt. De huisarts en de jeugdarts verwijzen nauwelijks door naar jeugd- en opvoedhulp. Een van de ontwikkelvoorstellen vanuit het transformatiefonds richt zich op het verbeteren van de samenwerking tussen de huisartsen en de toegang tot jeugdhulp. Een belangrijk onderdeel hiervan is de inzet van een Praktijkondersteuner Jeugd bij de huisartsen. In Lisse is een praktijkondersteuner gestart bij één huisartsenpraktijk per 1 april. Daarnaast komt het ook voor dat de huisarts wel verwijst naar het JGt en dat het JGt vervolgens doorverwijst naar een aanbieder van jeugd- en opvoedhulp. Dit is niet uit de cijfers te halen, maar wordt wel besproken in de kwartaalgesprekken. De jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin verwijst niet door naar jeugd- en opvoedhulp. Het CJG kan zelf opvoedhulp geven en anders doorverwijzen naar de CJG pedagoog of het JGt. Er is een toename te zien bij het aantal cliënten dat begeleiding ontvangt.

Wat opvalt is dat het aandeel verblijf in Lisse iets hoger ligt dan in de rest van de regio. Bij verblijf gaat het vaak om kleine aantallen, waardoor de aanwezigheid van een bepaalde voorziening kan leiden tot hogere verblijfsaantallen in een gemeente. In Lisse is onder meer een hulplocatie voor moeders met jonge kinderen, dit zou een verklaring kunnen zijn. Als er sprake is van een voogdijmaatregel dan kan de jeugdige worden ingeschreven in de betreffende woonplaats.