Afbeelding
Foto:

Suikerspon

Geen kermis dit jaar. Niet in Lisse, Hillegom, Noordwijkerhout en De Zilk. Zelfs niet in Tilburg. We moeten het missen. De geur van oliebollen en poffertjes, het geluid van botsende botsauto's en de stem van de man bij de Breakdance en de Spinning Coaster: 'Oooookeee, hou je vast, are you ready, here we gooooo!' En ook... suikerspinnen. Die heerlijke, vieze, roze, plakkerige, luchtige zoete prut op een stokje.


Als ik aan suikerspinnen denk, denk ik aan mijn moeder. De 50-plussers onder u zullen het woord suikerspin ook anders kennen: als haartrend. Want dat was de suikerspin in de jaren '60 en '70. Het model ziet er uit als de kermislekkernij: luchtig en groot.

In de jaren '70 gingen wij als gezin altijd drie weken met vakantie naar de Adriatische kust. Lido di huppeldepup. Mijn ouders kon je uittekenen in een strandstoel. Pas tegen het eind van de vakantie kwam er een beetje beweging in die twee. Mijn moeder wilde sowieso nog even naar de kapper. Dan was ze netjes voor de terugreis. Begrijpen deed ik dat als kind niet en nu is het me nog steeds een raadsel. Drie weken zon en zeewater waren voor haar reden genoeg om naar de lokale Italiaanse barbier Mario te gaan. Nou, die Mario kon er wat van. Wat tante Til kan met een kloddertje roze hier en daar, deed die Mario met de blonde lokken van mijn moeder.

Het was de laatste dag van de vakantie en mijn moeder kwam het strand opgelopen met een suikerspin zo zoet als honing. Er kwamen nog net geen bijen op af. Mijn vader had op de valreep nog een familieactiviteit ingelast: met de waterfiets de Adriatische Zee op. Mijn moeder wilde ook mee. We waarschuwden nog voor die suikerspin, maar ze stond erop: 'Ik ga gezellig mee! Op zo'n bootje blijf ik wel droog.'

U voelt 'm al aankomen.


Mijn broer en ik waren een beetje baldadig van al die luie stranddagen en wiebelden op het achterdek van de waterfiets heen en weer. 'Stilzitten!' zei onze moeder vermanend. Maar we wisten van geen ophouden. 'Ik ga eraf, straks slaan we nog om'. Mijn vader zei nog: 'Hier kan je niet staan, blijf zitten dan fietsen we terug', maar mijn moeder stond (er) op. Als bekwaam waterpoloƫr en langeafstandszwemmer was ze als een vis in het water, maar mijn vader had gelijk. In de overtuiging dat ze het harde zand onder zich zou voelen, liet ze zich in het water glijden en... ging koppie onder.

Haar gezicht en haren toen ze boven kwam, vergeet ik nooit meer.


Caroline Spaans,

redacteur De Hillegommer