Dealen

Ik had weekenddienst en het was de hele avond al ontzettend druk. Grappig genoeg belden er vooral mensen die weten dat we een spoedkliniek zijn die in het weekend, 's avonds en 's nachts altijd te bereiken is. Ik was bezig om alle opnamedieren klaar te maken voor de nacht, de kattenbakken te legen en de medicijnen te geven, toen de telefoon weer ging. Ik keek op de klok en zag dat het half twaalf was. "U moet me helpen", hoorde ik een meisje zeggen. Dit was geen vraag, dit was een opdracht. "Mijn moederpoes heeft 5 jongen gekregen en ze is nu weggelopen. De kittens moeten melk hebben, anders gaan ze dood." Wij hebben meestal een doosje melkpoeder op voorraad, dus ik kon haar gelukkig helpen. Ze woonde in Hoofddorp-Noord en het was al laat. Ik schatte in dat ik nog maar een paar minuten werk te doen had, dus ik stelde voor dat we elkaar in Zwaanshoek, waar ik woon, bij de rotonde zouden ontmoeten om daar de melkpoeder te overhandigen; dan hoefde zij niet helemaal naar Hillegom te rijden en ik hoefde niet op de praktijk te blijven wachten. Een win-winsituatie. Dacht ik. Ik maakte een pakket klaar met de melkpoeder en de drinkflesjes en reed naar de rotonde. Het was pikdonker. Ik zette mijn knipperlichten aan. Van iedere auto die eraan kwam dacht ik dat het 'm was. Maar iedereen reed door. Totdat er een geblindeerde BMW naast mij stopte. Het raam ging langzaam open en er zaten twee dreigend kijkende, kaalgeschoren sportschooljongens in. Ik vreesde het ergste. Maar hij vroeg netjes articulerend: "Heeft u een probleem? Kunnen we u ergens mee helpen?" Ik liet weten dat alles onder controle was. Ik belde de melkpoederklant en ze vertelden dat ze onderweg waren. Even later zag ik weer koplampen. Ik hoopte dat zij het waren. Maar van dichterbij zag ik dat het de politie was. Zij stopten eveneens. "Hebben wij een probleem, meneer?" vroegen zij. "Nee hoor, ik wacht hier op iemand." Ze fronsten hun wenkbrauwen. "Om half één 's nachts?". "Ja, ik moet een pakketje afgeven," zei ik redelijk zorgeloos en naïef. "Mogen wij dat dan even zien?" vroegen de agenten. "Het is maar melkpoeder, hoor", zei ik en toen besefte ik het gevaar. De ene agent riep om versterking, terwijl de dichtstbijzijnde de pot met witte poeder opende. Ik hoorde de ander in de mobilofoon zeggen dat ze een dealer te pakken hadden. Er kwamen twee fietsers (!) aan die bij mijn auto stopten. "Bent u de dierenarts met de melkpoeder voor mijn kat?" vroeg het meisje, dat door haar vader begeleid werd. Ze waren op de fiets gekomen! Ongelofelijk. Daarom duurde het zo lang. Opgelucht door de ultieme escape legde ik nu overtuigender aan de politie uit wat er aan de hand was. Het duurde tot vier uur voordat ik sliep. De volgende keer spreek ik gewoon op de praktijk af.

Dit keer een gouwe ouwe van Lodewijk.