Voeder de duiven niet meer!
Voeder de duiven niet meer! Foto: Pixabay

Column van Paul: Vogeltelling

Column n Eens in het jaar wordt er in het hele land een telling van tuinvogels georganiseerd. Ik heb geen tuin, maar kijk wel uit op een dorpsplein, waar vogels paraderen, voedsel zoeken en bouten. Het lijkt alsof zij het naar hun zin hebben. Toch vraag ik me dat af, want voordat je het weet, neemt de schone schijn je in de maling.

En ik denk dat ik gelijk heb. Wie heeft hen geteld op de nationale dag van de vogeltelling? Wie gaat hen volgend jaar tellen? Volgens mij is er niemand die de moeite neemt. Ik kan mij vergissen, maar ik zie op ’t Vierkant nooit een vogelaar met een blocnote, pen en verrekijker in de aanslag. Dat hebben die vogels natuurlijk ook door en haarfijn voelen zij aan dat er iets goed mis is. Het gaat uiteraard te ver om nu te spreken van dierenmishandeling. Maar hoe zou u het vinden als u niet wordt meegeteld? Als u er niet toe doet?

Eind januari was de officiële telling. Die heb ik dus gemist. Om het goed te maken houd ik op de eerste zondagmorgen in juni, vanaf mijn balkon, het plein een halfuur nauwlettend in de gaten. Geheel volgens de regels. Ik noteer twee kauwtjes, een Turkse tortel en zeven stadsduiven. IJverig scharrelen ze tussen de lege stoelen en tafels op zoek naar onkruidzaden, stukjes achtergebleven friet of broodresten.

Van de landelijke top 3 van 2021 ontbreekt elk spoor. Geen huismus, geen koolmees, geen pimpelmees te zien. De duif voert de boventoon. En op het plein hangen ook nog eens gigantische afbeeldingen van een stadsduif, met daaronder het advies om dat beest beslist niet te voeren. Alles in het belang van een schoon centrum. Het zijn namelijk wildkakkers, die duiven! Duiven laten hun ontlasting achter waar het hen uitkomt en dat gaat de hele dag door. Ik kan het weten, want mijn vader was duivenmelker. Minstens twee keer op een dag moest hij met een schraper orde op zaken stellen in het duivenhok. Als tegenprestatie deden zijn duiven hun best om op de wedstrijddagen zo snel mogelijk vanuit Frankrijk terug te vliegen naar het geliefde hok in Lisse. Dat leverde mijn vader uiteindelijk een volle prijzenkast op.

Maar de duivenmelkers tegen wil en dank moeten in de weer met waterspuit en bezem, zonder ook maar één prijs te winnen. Ze doen hun best, maar een week later ligt het trottoir gewoon weer vol. Oprotpremies in de richting van Leiden, Amsterdam of Bergerac helpen niet en ook de aanmoedigingen door een team van professionele animal motivators levert niets op. Laat staan de roofvogels van plastic. Dan is het toch echt een keer klaar! Dan helpt alleen nog een voederverbod! Ja, niet meer voeren, dat zal die duiven op ’t Vierkant leren ...

Paul Bersee schrijft maandelijks een column