Fred Broersen zwaait twee jaar na het vertrek van Piet Boot ook af. Maar de fysiotherapiepraktijk gaat gewoon door onder de vertrouwde naam Boot en Broersen.
Fred Broersen zwaait twee jaar na het vertrek van Piet Boot ook af. Maar de fysiotherapiepraktijk gaat gewoon door onder de vertrouwde naam Boot en Broersen. Foto: Ruth Eppink

Fred Broersen neemt afscheid: ‘Het contact met de mensen is het allermooiste in dit vak’

Algemeen

Tijdens het gesprek met fysiotherapeut Fred Broersen (64) sprankelen de ogen van de bijna-pensionado regelmatig. Hij vertelt met zoveel bevlogenheid over zijn vak, het team en de praktijk die hij in 1991 samen met Piet Boot startte in Lisse. Zijn gedrevenheid kenmerkt de wijze waarop hij werkt en met patiënten omgaat. De week waarin het interview plaatsvindt, is zijn laatste werkweek. Een afscheidsreceptie houden? Dat zit er niet in, vanwege de coronamaatregelen.

Door Ruth Eppink

In de praktijk aan de Vivaldistraat is het niet te missen dat Fred Broersen met pensioen gaat. Er hangen allerlei foto’s aan de muur, op de deur van zijn behandelruimte staat ‘We gaan je missen’ en de pot waar mensen een briefje met een persoonlijke wens voor hem in kunnen doen, is al goed gevuld.

Vind je het jammer dat er geen receptie komt?
“In de laatste weken voor mijn pensioen heb ik natuurlijk nog gewoon patiënten. Er zitten mensen tussen die ik al 43 jaar behandel en zeker als je ze al zo lang kent, bouw je echt een band op. Het is soms best emotioneel, zo’n gesprek over dat je ermee stopt. Het is het mooiste aan mijn vak, het contact met de mensen. Maar ik laat de praktijk met een gerust hart over aan de maatschapsleden Mark Batenburg, Vasco Esman en Erik Rewijk en de rest van het team, allemaal gespecialiseerde, hooggeschoolde fysiotherapeuten. Ik ben oprecht trots op hen. En de naam van de praktijk blijft ongewijzigd, die is wijd en zijd bekend. Wat Piet Boot en ik hebben opgebouwd, was veelal gericht op innovatie in de zorg. Die innovatieve sfeer zit ook in de opvolgers, daar ben ik heel blij mee.”

Hoe uit dat innovatieve zich in de praktijk?
“Piet en ik wilden altijd vooroplopen in kwaliteit. In de jaren 70 waren er heel veel opleidingen en studenten fysiotherapie. Wil je je onderscheiden van de rest, dan moet je zorgen dat je ergens in uitblinkt. Voor ons werd dat de specialisatie manuele therapie, een flinke verdiepingsslag van de fysiotherapie. Je richt je daarbij op de functie van gewrichten in de keten. Een voorbeeld: als je last van je knie hebt, kijken we ook naar de enkel, de heup en de rug. Die spelen allemaal een rol bij het bewegen van de knie. Die samenhang is de keten. Daar hebben we ons dus in gespecialiseerd. Maar daar bleef het niet bij. Het vak van fysiotherapeut is in de loop der jaren verder ontwikkeld, de opleiding is niet meer te vergelijken met 40 jaar geleden. Er zijn veel meer specialisaties bij gekomen: je kunt naast manuele therapie ook masters doen in kinder-, sport- en bekkenfysiotherapie en neurorevalidatie. We hebben ons in de praktijk omringd met medewerkers die allemaal een of meerdere specialisaties hebben gedaan, of daar mee bezig zijn. Zo heeft Astrid Cederhout in 2005 bij ons de afdeling kinderfysiotherapie opgezet. We merkten dat daar enorme behoefte aan was. Maar we hebben ook specialisten op het gebied van oncologie, geriatrie, oedeem, psychosomatiek en orofaciale therapie. We hebben alles onder één dak en de lijntjes zijn kort. Hierdoor kunnen we een patiënt eenvoudig doorverwijzen naar een andere fysiotherapeut binnen het team, als blijkt dat dat beter is. Verder hebben we in 2012 de interdisciplinaire Neuropraktijk opgezet in ons praktijkgebouw, waarin fysiotherapeuten samen werken met psychologen, logopedisten en ergotherapeuten Het is vrij uniek dat dit binnen de eerstelijnszorg gebeurt, wij waren een van de eersten in Nederland hiermee.”

Baby’s
Broersen is een van de therapeuten in de praktijk die gespecialiseerd is in het behandelen van het KISS-syndroom bij baby’s. Bij deze zuigelingen is dan sprake van een pijnlijke, geblokkeerde bovenste nekwervel. “Ik hoorde er destijds over bij een congres en was toen al manueel therapeut. Het bijzondere is dat een behandeling van deze baby’s, vaak huilbaby’s overigens, heel snel resultaat oplevert. Vaak is de volgende dag al sprake van een compleet ander kind: het huilt niet meer, is vrolijk, beweeglijker. De impact van een huilbaby op de ouders is enorm; zij raken oververmoeid en hebben geen idee wat ze ‘fout’ doen omdat ze hun kindje niet stil krijgen. Dat het huilen het gevolg kan zijn van die geblokkeerde nekwerveltjes, weten ze niet. Er kunnen natuurlijk ook andere oorzaken zijn, dus dat moet je wel goed onderzoeken. Maar als het KISS-syndroom de oorzaak is, is dat eenvoudig op te lossen.”

Hoe zie je de toekomst van deze praktijk?
“Ik verwacht dat er steeds meer samenwerking komt met andere partijen. Kijk naar de vlucht die leefstijlgerelateerde aandoeningen hebben genomen. Wil je die aandoeningen voorkomen, dan moet je dus de leefstijl aanpakken. Maar daar is geen gestructureerde aanpak voor. Dat zou in de eerstelijnszorg moeten gebeuren, in de vorm van bijvoorbeeld vitaliteitscentra. Daarin werken alle disciplines samen om een patiënt te helpen. Dan moet je niet alleen denken aan de huisarts en fysiotherapeut, maar ook aan bijvoorbeeld diëtisten, maatschappelijk werk en psychologen. Wij zijn begonnen met de opzet van een project dat hierop gebaseerd is. Bij de behandeling van bijvoorbeeld rugklachten komt zo veel meer kijken dan alleen fysiotherapie, dat vergeten mensen wel eens. Ze denken: ik ga een paar keer naar de fysio en dan is het weer goed. Ze zijn dan verbaasd dat de klachten niet overgaan of al snel weer opspelen. Er zijn zoveel factoren die daar invloed op hebben: werk- of gezinsgerelateerde stress, bijvoorbeeld. Of andere externe factoren of een structureel eenzijdig bewegen. Als je daar niet iets aan doet, blijf je kwakkelen met je gezondheid. In een vitaliteitscentrum is er aandacht voor al die aspecten. Ik denk dat daar de komende jaren veel meer op ingezet wordt.”

Gezin
Bij het weggaan kijk ik naar twee grote lijsten aan de muur bij Broersens bureau. “Mijn vrouw en mijn vier kinderen. Marjan heeft me altijd gesteund; ik had een drukke baan en zat daarnaast ook in diverse besturen. Zelf had ze ook een baan. Toch hebben de kinderen die tijd ervaren als één waarin wij er altijd voor hen waren. We hebben de opvoeding samen gedaan, altijd heel veel met de kinderen gepraat. Ik ben heel erg trots op ze.” Aan tijd voor het gezin zal het Broersen voortaan niet meer ontbreken!