De grafzerk van 1700 kg, 125 cm breed, 250 cm lang en 20 cm dik is nauwelijks te lezen.
De grafzerk van 1700 kg, 125 cm breed, 250 cm lang en 20 cm dik is nauwelijks te lezen. Foto: Oud Lisse

Een mysterieuze grafzerk

Op het kerkhof van de Agathakerk ligt een heel oude grafzerk. Deze grafsteen ligt op de begraafplaats op het linkergedeelte, helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan. De namen zijn nauwelijks te lezen en er zitten een paar grote scheuren in. De onderhoudsgroep van het kerkhof probeert de steen uit de 18e eeuw te laten restaureren.

De steen ligt hier al heel lang op dezelfde plaats. Destijds werden hier alle belangrijke grafstenen, zoals van overleden pastoors van de Agathakerk geplaatst. Later is dit ‘centrum’ verplaatst naar de huidige plek, waar diverse belangrijke zerken liggen, zoals de oorlogsgraven. De oude zerk werd echter niet verplaatst en raakte in de vergetelheid. Onderzoek van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” liet zien dat de personen, die erop stonden overleden waren tussen 1697 en 1798, dus in de 18e eeuw.

De zerk heeft het nauwelijks te lezen opschrift:

Grafstede van de volgende Heeren en Meesters.


Joannes van de Werve Obiit XIII July MDCXCVII (1697)


Lambertus Schaap Obiit X April MDCCVIII (1708)


Arnoldus de Leeuw Obiit 17 July MDCCXLVII (1747)


Franciscus van den Heuvel Obiit 23 Octobris MDCCLX (1760)


Cornelius van der Valk Obiit 1 Octobris MDCCXCVIII (1798).

Hoe kwam de grafzerk hier terecht?

Opheldering gaf een artikel in de krant De Maasbode van 8 december 1938. Hierin staat een uitgebreid artikel over de grote renovatie in 1938 van de binnenkant van de Grote Kerk op ‘t Vierkant. Toen werd onder de vloer een grote grafzerk gevonden.


Uit De Maasbode: “Naar het opschrift te oordeelen meende men te doen te hebben met een gezamenlijk graf van Lisser schoolmeesters. Groot was dan ook de verbazing van de omstanders, toen men bij het verzamelen van de overblijfselen van de kistenresten stukken gewaden aantrof welke kennelijk kerkelijke paramenten waren geweest. 

Een nader onderzoek maakte duidelijk, dat de namen op de zerk eens gedragen waren door de pastoors, welke vanaf 1687, toen de St. Agatha-parochie weer zelfstandig werd, de katholieken van Lisse als herder hebben geleid. 

Dat deze pastoors in een kerk der hervormden begraven werden, behoeft geen verwondering te wekken, daar er toentertijd geen ander kerkhof geweest zal zijn dan het eeuwenoude in en bij de kerk. Ook het sierlijke in grote krulletters gebeitelde opschrift, dat zoveel verwarring stichtte, is te verklaren; het is een vertaling van het oude Domini et Magistri, Heeren en Meesters. Heer was de middeleeuwsche titel voor elke geestelijke en Meester was gebruikelijk voor hen, die aan een universiteit een graad hadden behaald. Met Heeren en Meesters werd dan de geestelijkheid bedoeld. … 

De zerk der eerste vijf Lisser pastoors na de hervorming is door de kerkvoogden aan den huidigen pastoor afgestaan. Een waardige plaats voor dit steenen document der kerkgeschiedenis van het dorp zal worden uitgekozen.”