Column Paul Bersee: Lentepas

Met een lentepas mocht ik ruim zeven weken lang het mooiste lentepark ter wereld bezoeken. Desnoods elke dag. En alles op loopafstand van mijn appartement. Na slechts drie bezoeken waren de kosten er al uit. Het werden er uiteindelijk twaalf. Ik wil maar zeggen dat veel mensen talloze kilometers moeten afleggen voor zij voor de poort van Keukenhof staan. U en ik niet. Wij rollen er in ons nachtgoed vanuit bed naar toe. 

Keukenhof betaalt geen cent om deze column mogelijk te maken en daar kan ik heel goed mee leven. Dat komt mede door een ontmoeting met de directeur tijdens mijn tweede bezoek. Ik zag hem ontspannen keuvelen met een buschauffeuse op de dag van de opening. Hij oogde als een enthousiaste en toegankelijke man. Ik hoopte op een gesprekje waarin ik hem een hart onder de riem kon steken. Vanwege corona moest hij twee jaar lang op een houtje bijten. De weken daarna heb ik tijdens mijn bezoeken ook ongedwongen gesprekken gehad met de hardwerkende ijscoman, een horecamedewerkster die de tafel waaraan ik zat kwam schoonmaken, vakbekwame hoveniers die het geduld konden opbrengen om rustig mijn vragen te beantwoorden die ze al zo vaak hadden beantwoord. Leerzame gesprekken met de vrijwilligers van paviljoen Juliana en nog een gesprek met een gastvrouw bij de hoofdingang. Ze had het enorm naar haar zin in haar eerste jaar. Ik vroeg haar naar de meest gestelde vraag van de bezoekers. Where are the toilets? Op de voet gevolgd door: Are there maps of this parc?

Omdat dit dus nog een ongesponsorde column is, kan ik vrijuit enige kritiek uiten op Keukenhof en de bezoekers van this parc: het niveau van de vragen kan echt wel omhoog, lijkt mij. Geef bezoekers zodra zij op het terrein komen een brochure met suggesties voor verdiepende vragen: I don't feel well. Is there a defibrillator nearby? Om maar iets te noemen. Can I taste the tulipbulbs? Nog eentje: Is there a maze and if so, do you know how many people are unable to find their way out? De lezers van deze krant kunnen ongetwijfeld met gemak een folder vullen met vragen waar de gastheren en -dames van zullen smullen. En dat doolhof mag ook wel wat uitdagender: gaasbakken vol snotbollen die verplaatst moeten worden voordat men verder kan en een uurtje verplicht bollen pellen bij de uitgang.

Op zondag 15 mei werd mijn lentepas waardeloos. Om 19.30 uur, om precies te zijn. Wekenlang was het een ticket to paradise en uiteindelijk werd het voer voor een plasticcontainer. Zo zie je maar weer hoe vergankelijk alles is. En om die vluchtigheid te tarten koop ik volgend jaar gewoon weer een nieuwe…