De gegevens zijn ontleend aan deel 3: het boerenbedrijf uit de serie 'Ach Lieve Tijd. 1000 jaar Duin- en Bollenstreek’. | Foto: pr
De gegevens zijn ontleend aan deel 3: het boerenbedrijf uit de serie 'Ach Lieve Tijd. 1000 jaar Duin- en Bollenstreek’. | Foto: pr Foto: pr

Lisse 825 jaar, maar de landbouw bestond al

Lisse bestaat dit jaar op papier 825 jaar. Dit wordt groots gevierd. De agenda vindt u op www.lisse.nl. Vroeger leefden de meeste mensen van de landbouw. De boeren waren vooral veehouders, maar ze hadden bijna allemaal een gemengd bedrijf met akkerbouw. Het was hard en zwaar werk, want machines waren er natuurlijk nog niet. Ze waren erg afhankelijk van het weer.

De ontginning van vooral de strandvlakten begon al in de 6e eeuw op kleine schaal. Bomen en struiken werden gerooid of verbrand. Met een eenvoudige ploeg bewerkten de boeren de vrijgekomen grond. Later waren alle gronden in het bezit van de graven van Holland of hun leenheren. Voor het laten grazen van vee moest toen worden betaald. De boeren betaalden ‘ghershure’ oftewel grashuur. In Lisse betaalden in de middeleeuwen in de loop der tijd honderden boeren voor hun weiderechten. Veel boeren uit Lisse pachtten gronden tot ver voorbij het Turfspoor in de Lisserbroek. De boeren weidden ook hun koeien in de duinen en de nog niet ontgonnen laagvlakten. In de herfst werden de varkens het bos ingejaagd, nadat ze eerst waren gebrandmerkt om ze later te kunnen herkennen. De varkens waren vooral gek op eikels. De varkens zagen er meer uit als everzwijnen dan als de huidige varkens.

De oppervlakte van de grond drukte men uit in een morgen (0,85 ha). De oorsprong van deze maat kwam van de oppervlakte die een span ossen op een ochtend kon ploegen.

Veel risico’s

Het landbouwbedrijf was vol risico’s en dat maakte het boerenleven zwaar. De opbrengsten waren zeer wisselvallig. Dat had te maken met de geringe bemesting. Ook de grondbewerking was slecht, evenals het nauwelijks te beteugelen onkruid. Ook vernielden enorme zandverstuivingen regelmatig de gewassen. Een ander groot probleem was de wildschade van vooral konijnen uit de duinen, die zich tegoed deden aan de gewassen op de akkers. Ter bescherming van het gewas maakten de boeren een zogenaamde banheining en later een bansloot. Dit om konijnen van de akkers te weren. Een banheining bestond uit palen, waartussen takken werden gevlochten van o.a. wilgen en meidoorns. Een bansloot werd aan de kant van de akker loodrecht afgegraven, zodat de konijnen niet zo gemakkelijk konden oversteken. Een gedeelte van een bansloot, de Banzijp genoemd, is nog steeds te herkennen vlak voor boerderij Wassergeest. De Banzijp liep vanaf Lisse langs boerderij Wassergeest tot voorbij De Engel en waterde uit in de Beek bij de HH Engelbewaarderskerk. De Banzijp was de scheiding tussen de beteelde strandvlakte ten westen van de sloot tot de Achterweg en de strandwal met veel konijnen aan de oostkant waarop de Heereweg loopt. De Banzijp is in 1541 gegraven. Vóór die tijd was het een banheining. Behalve van konijnenvraat hadden de landbouwers ook last van loslopende koeien, reeën, vossen, muizen, ratten, slakken en ander ongedierte. In 1493 was er bijvoorbeeld een enorme muizenplaag waardoor vrijwel de hele oogst mislukte.


De ruim 200 columns van Sporen van Vroeger over Lisse staan op de website oudlisse.nl. Door bij het vergrootglas bepaalde woorden in te typen, zie je alle artikelen met deze woorden. De columns staan ook op lissernieuws.nl.