Lodewijk Kamps.
Lodewijk Kamps. Foto: Corine Zijerveld

Laatste dag

Column Poespas

Vrijdag was de laatste dag voor een mini-vakantietje van een week thuis. Dus zat de agenda vanaf half negen ‘s ochtends lekker vol. Opgetild door de wetenschap dat er zeven ‘vrije’ dagen zouden volgen, kon ik vrijwel alles aan. Dus ook al de eigenaren die belden dat ze elders niet terecht konden en smeekten of wij naar hun huisdieren wilden kijken. 

Zo verscheen er om 17.00 uur nog een hond die een dag eerder was nagekeken in verband met jeuk aan de achterhand. De desbetreffende dierenarts had geen vlooien kunnen vinden. Wel was er sprake van overvulde anaalklieren en die waren vakkundig leeg geknepen en gespoeld. Maar vandaag was de jeuk alleen maar intenser en heviger geworden. Op zich een lastige puzzel dus. Maar qua patiënt wel een mooie afsluiting van de week. Ik keek Sara helemaal na. De anaalklieren waren mooi leeg. Vlooien waren er inderdaad niet. Luis, mijt of schimmel was ook onwaarschijnlijk. Sara had niets anders gegeten waardoor een voedselallergie eveneens minder waarschijnlijk werd. Goede raad was duur. Wat ze erbij vertelden was dat ze twee weken geleden uit Frankrijk waren teruggekomen. Daar hadden ze elke dag hun hond moeten nalopen op de aanwezigheid van die kleine plakbolletjes die daar in groten getale groeiden. Ergens diep in mijn geheugen herinnerde ik me een hond uit Hillegom, die na een vakantie in Frankrijk een soort distel in haar geslachtsdeel had gekregen. Ik keek haar achterste nogmaals goed na en zag dat ze zichzelf daar helemaal nat had gelikt. Om in de schede te kijken moest ze verdoofd worden. Daar kreeg ik de toestemming voor. Met de otoscoop (= oorkijker) en een lang opzetstuk keek ik haar geslachtsdeel na. En ja hoor, daar zat ie: de onvermijdelijke grasaar! Ik liet de eigenaar meekijken en hij zag tot zijn verbijstering het ding ook zitten: die moest eruit. Ik keek zelf weer en toen viel de otoscoop uit....geen batterij meer. Alles donker. Dit werd een uitdaging. Na enig zoeken vond ik de oplaadkabel. De kijker moest eerst worden opgeladen. De route naar de oplossing werd aldus geplaveid met hindernissen. Toen er weer licht was kon ik het ding niet meer vinden. Zou ik hem dan toch met het opzetstuk al naar buiten hebben getrokken? Ik vertrouwde het niet, hoewel er op de grond een grasplukje lag. Weer keek ik in alle hoekjes en gaatjes met het bijna haperende lampje. Toen zag ik het grasaartje in de diepste plooi weer zitten! Met de paktang kon ik hem eruit plukken en klaar was Sara. Het prikding legde ik op een gaasje, we spoten Sara weer wakker en de eigenaren, die in de tussentijd even waren gaan winkelen, kwamen opgelucht terug. Vooral knap dat ze nog een keer gekomen waren. Anders had Sara veel langer zo’n gemeen ding in haar edele delen gehad.

Uit de krant