Afbeelding
Foto: Cor de Mooy

Muisjes

Column

Ik kreeg een hazewindhond op het spreekuur waarbij de staart tussen de deur was gekomen. De eigenares voelde zich zo schuldig dat ze er alles aan wilde doen om de staart te behouden.

Een en ander had zich negentien dagen eerder op de Veluwe afgespeeld en er was besloten om het gebroken staartwerveltje met een pennetje te repareren. Er had ook tijdelijk een spalkje om de staart gezeten, maar die was eraf gehaald. Hierna was Sjors vrolijk doorgegaan met kwispelen en nu was het gebied van de reparatie dik, rood en warm. We kregen de hond doorgestuurd door de chiropractor en lasertherapeut, die graag een röntgenfoto van het gebied wilde. Juist toen ik de röntgenfoto wilde gaan maken belde mijn dochter op of ze vier babymuisjes mocht adopteren en grootbrengen. "Hoe oud zijn ze?" vroeg ik. Ja, dat wist ze niet, maar ze hadden al haar. Ik kreeg een appje met de foto en schatte dat ze ongeveer twee weken waren. Op het adres waar ze gevonden waren wilden ze de babymuisjes doodmaken, omdat de moeder niet meer in de buurt was. Hoe klein de kans ook op succes was, ze kreeg van mij groen licht en mocht langs de dierenwinkel om melkpoeder te halen. Ik ging verder met de röntgenfoto: de specifieke wervel was verbrijzeld. Het pennetje zat er nog wel in, maar alle botfragmentjes lagen schots en scheef. Dit zou nooit meer wat worden. Nou was ik de gebeten hond die moest gaan zeggen dat de staart er toch echt gedeeltelijk af moest. Een half uur later stemde ze ermee in, mits ze bij de operatie mocht blijven. Dat vond ik in dit speciale geval geen probleem. Eigenlijk ben ik er altijd wel trots op als mensen zien wat we allemaal uit de kast halen om een hond veilig onder narcose te brengen. Infuus, verdovingsmiddelen, intuberen, zuurstof, verdamper met narcosegas, beademingsmachine, continue hartbewaking, anesthesieassistente etc. Een dag later spraken we af. 's Avonds thuis gekomen bewonderde ik de kleine muisjes. Minutieus gaf mijn dochter met een druppelspuitje de voeding aan de muisjes. Het was lastig, maar het ging wel. Ze had ze alle vier al Disney-namen gegeven. Voor het slapen gaan kregen ze weer melk en toen ik het ontbijt ging maken zat ze alweer op de bank melk te geven. Op de praktijk kwam de hazewindhond als eerste binnen. De eigenares had geen oog dicht gedaan en was bloednerveus. Ze kreeg een stoel, een mondkapje en een operatieshirt aan. Binnen een half uur was het klusje geklaard. De assistente had de eigenares opgevangen toen ze flauwviel. Samen lagen ze in de uitslaapruimte. Zij was eerder wakker dan de hond, maar gezamenlijk verlieten ze de kliniek. Vijf dagen later mocht het verband eraf; het zag er prachtig uit. Beter dan de muisjes. Die hadden het toch niet gered. Eigenares tevreden, dochter diep teleurgesteld. C'est la vie.

Uit de krant