Wim Bos (links) introduceert Nico Papineau Salm (midden). Rechts wethouder Langeveld.
Wim Bos (links) introduceert Nico Papineau Salm (midden). Rechts wethouder Langeveld. Foto: Ruth Eppink

Molentour trapt af in Lisse

Algemeen

Nico Papineau Salm, voorzitter van De Hollandsche Molen, heeft donderdagmiddag 18 juni een bezoek gebracht aan de Lisserpoelmolen aan de Rooversbroekdijk en daar gesproken met vrijwilligers en wethouder Jolanda Langeveld. Hij deed dit in het kader van een jubileumtoer, waarbij hij in de komende drie jaar honderd molens wil bezoeken. Dat getal is niet voor niets gekozen, want in 2023 bestaat de landelijke molenvereniging 100 jaar.

Het was voor Papineau Salm nog best een klus om bij de molen te komen, want hij doet zijn jubileumtour uitsluitend per trein en fiets. "In verband met de coronamaatregelen kon ik mijn eigen fiets niet meenemen in de trein. Dus heb ik drie kwartier op deze OV-fiets gezeten om hier te komen", vertelde hij. 

Vijzelmolen
Nog maar kort geleden kwam Papineau Salm op het idee om een molentour te gaan maken. Hij deed een oproep om hem uit te nodigen voor een molenbezoek en Wim Bos van de Rijnlandse Molenstichting - die 49 poldermolens in haar bezit heeft - reageerde het eerst. Dat hij Papineau Salm graag de Lisserpoelmolen zag bezoeken is niet verwonderlijk. De molen dateert uit 1676 en is de oudste nog functionerende vijzelmolen ter wereld. Tot 1989, in totaal 313 jaar, was deze molen - in het begin met andere molens - verantwoordelijk voor het bemalen van deze polder. Daarna nam een elektrisch gemaal zijn taak over. Dit betekent niet dat de Lisserpoelmolen nu alleen nog dienst doet als Rijksmonument, de molen is ook nog steeds hulpgemaal. Bijvoorbeeld als het hoofdgemaal niet werkt of bij extreem veel regen.

Molenaar
Vrijwillig molenaar Robert van Vuuren is zo'n twee keer per week bij 'zijn' molen te vinden. Hij leidde het gezelschap rond in de molen en sprak met de voorzitter van De Hollandsche Molen. Papineau Salm: “Persoonlijk contact met de mensen in het veld vind ik heel belangrijk. Zij zijn immers het fundament van het molenbehoud in ons land. Ik wil van de vrijwilligers ter plekke horen wat de molen voor hen betekent, maar ook voor de plaatselijke bevolking. In Groningen kan dat anders zijn dan hier in Zuid-Holland. Wat gaat er goed bij het draaiende houden van de molen, wat kan er beter? En hoe kan De Hollandsche Molen daarbij helpen? Daar ben ik nieuwsgierig naar.”

Uit de krant